‘Het is tijd voor een Kerkenvisie 2.0.’ Zo luidt het pleidooi van de ChristenUnie Rotterdam in de initiatiefnota ‘Meer dan hout en steen alleen’, die zij op 17 oktober aanbiedt aan de Rotterdamse gemeenteraad. Niet toevallig als burgemeester Carola Schouten, die namens de ChristenUnie minister was, haar eerste vergadering voorzit.
De ChristenUnie biedt een zevental concrete voorstellen aan om geloofsgemeenschappen meer ruimte te geven en stelt onder meer voor om een ‘gebedshuizenloods’ te laten bemiddelen tussen gemeente en kerken in het ontwikkelen van nieuwe gebedshuizen en multifunctionele religieuze en maatschappelijke centra.
In gemeentelijke plannen voor stedelijke in- en uitbreiding is te weinig oog voor huisvestingsvragen vanuit kerken en andere religieuze en maatschappelijke organisaties. Een jaar geleden vroeg de Rotterdamse gemeenteraad, onder aanvoering van de lokale ChristenUnie, het college daarom om ruimte te reserveren voor kerkelijk en maatschappelijk vastgoed. ‘Hoe kan je immers een nieuw stuk Rotterdam bouwen zonder kerk of moskee?’ aldus Tjalling Vonk, fractievoorzitter van ChristenUnie.
Nadat het college zich welwillend maar afwachtend opstelde, is de ChristenUnie zelf op onderzoek uitgegaan. Als vrucht van vele gesprekken met Rotterdamse kerken en betrokken beleidsactoren, schetst zij met de initiatiefnota ‘Meer dan hout en steen alleen’ een bredere problematiek rondom nieuwe kerkelijke huisvesting. Het gaat niet alleen mis bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen, maar ook bij tal van reeds bestaande kerken zonder goede huisvesting. Dit treft met name de vele internationale kerken die Rotterdam rijk is, aldus de nota:
‘Als gevolg van een gebrek aan goede samenwerking, zwerft een deel van de Rotterdamse kerken door de stad, van plek naar plek. Voor het vasthouden van leden is dat niet bevorderlijk, zo leert de ervaring: verlies van dertig tot vijftig procent van de leden bij een verhuizing is niet ongebruikelijk. En het zijn vaak juist de meest kwetsbare leden die bij een verhuizing het contact met de gemeenschap, en daarin met de Rotterdamse samenleving, dreigen te verliezen. De nood onder kerken is hoog, en hierin zijn zij kwetsbaar voor financiële uitbuiting door commerciële vastgoedeigenaren.’
Met haar initiatiefnota doet de ChristenUnie Rotterdam daarom een aantal concrete aanzetten tot een ‘Kerkenvisie 2.0’, als opvolger van de reeds bestaande Rotterdamse kerkenvisie die zich bezighoudt met bestaand kerkelijk erfgoed. De nota verwijst in dit verband naar Paul van der Laar, bijzonder hoogleraar stadsgeschiedenis Erasmus Universiteit Rotterdam, die al in de eerste Rotterdamse Kerkenvisie de noodzaak van zo’n volgende stap markeerde: 'Rotterdammers hebben na de ontzuiling leren leven met een publieke ruimte waarin kerk en staat gescheiden zijn. Maar zelfs in het rationele, zakelijke Rotterdam is religie nooit verdwenen. In de wereldhavenstad komen er van oudsher ook nieuwe gelovigen bij, die hun aanspraak doen op een plek in de publieke ruimte. Met nieuwe toevoegingen aan het silhouet van de stad tot gevolg.’