De altijd liefdevolle lokale ChristenUnie ving bot bij het nieuwe Rotterdamse stadsbestuur toen zij voorstelde om de voorgenomen intensivering op de uitbreiding van cameratoezicht in de stad beter te investeren, namelijk in mensen in wijken die nu laag scoren op de veiligheidsindex.

Het voltallige linkse blok was er een groot voorstander voor. Rechts niet, maar de uitvoerende VVD-wethouder Karremans beklemtoonde wel dat hij extra cameratoezicht alleen zal inzetten als alle andere middelen hebben gefaald.

‘’Dit nieuwe college staat voor ingewikkelde financiële uitdagingen, maar kiest desalniettemin voor uitbreiding van cameratoezicht, te beginnen met 1,2 miljoen in 2022 en 8,2 miljoen over de volledige coalitieperiode’’, had Vonk geroepen, omdat hij dit niet kon rijmen met de hoop van dit zelfde college op vertrouwen in de burger in plaats van wantrouwen. En toen volgde zijn standpunt: ‘’De veiligheidsbeleving stijgt niet door meer camera's.’’

Maar daar dachten behalve de coalitiepartijen (Leefbaar, VVD, D66 en Denk) ook bijvoorbeeld ook de vertegenwoordiger van de ouderen in Rotterdam (50Plus) totaal anders over.