De Voedselbank Rotterdam bereidt zich voor op een stijging van 50% van het aantal cliënten. Die verwachtingstoename is voornamelijk ingegeven door de ervaringen ten tijde van de bankencrisis van 2007-2010. Maar het komt ook omdat de Voedselbank zelf de normen heeft verruimd voor de mensen die voor een pakket in aanmerking kunnen komen. Bovendien is er geïnvesteerd in het beter bereiken van de doelgroep.

Met de coronacrisis heeft de stijging nog niet veel te maken. Dat kan nog komen, zegt de Rotterdamse wethouder Grauss, die belast is met de armoedebestrijding in de havenstad. Uit diverse onderzoeken blijkt dat flexwerkers, zzp’ers en jongeren het hardst worden geraakt door de coronacrisis. 

Meer dan 90% van de producten voor de Voedselbank komt rechtstreeks uit de overschotten van distributiecentra van de grootwinkelbedrijven en toeleveranciers daarvan zoals de Greenery. De trend om in de winkels de restanten tegen lage prijs te verkopen raakt de Voedselbank dus nauwelijks. De middelen komen immers niet uit de winkels.

Raadslid Yildirim (PvdA) was bang dat er met name tekort aan vlees was, maar die angst neemt wethouder Grauss weg. ‘’Ook zijn er geen structurele tekorten qua volume. Qua variëteit van de producten kan het natuurlijk altijd beter, maar dat is afhankelijk van de samenwerkende leveranciers. Dit is niet anders dan vóór de corona-uitbraak.''

Voedselbank Rotterdam heeft een specifieke afdeling voedselverwerving, waar een achttal vrijwilligers constant bezig zijn om voldoende en zo gevarieerd mogelijk voedsel binnen te krijgen.