Het Mariniers Museum zit aan de Wijnhaven in Rotterdam op een onhandige locatie. Het heeft geen kans om te groeien en daar moet – vinden de fracties van de VVD en PvdA – verandering in komen. Het is tijd dat de knip getrokken wordt, is de mening van de raadsleden Engberts en Van Dommelen.
‘’Wij vinden de relatie tussen de Mariniers en de stad Rotterdam van groot belang. Niet alleen vanwege de lange historie die ons verbindt, maar ook met het oog op de actuele veiligheidsrisico’s voor de haven. Om die band blijvend goed te onderhouden is voor ons de zichtbare aanwezigheid essentieel. Wij zijn blij met de manier waarop dit de afgelopen jaren is ingevuld met bijvoorbeeld oefeningen in de stad en aanwezigheid in het straatbeeld. Voor ons heeft ook het Mariniers Museum hier altijd een belangrijke functie in. Het maakt voor een groot publiek het werk van defensie en in het bijzonder de mariniers in Rotterdam zichtbaar en toegankelijk. Het kan daarmee ook jonge Rotterdammers informeren over de mogelijkheid van werk bij defensie.’’
Vorige jaar circuleerden er berichten dat er middelen gereserveerd waren om het Mariniersmuseum meer armslag te geven, nu hoort het tweetal het tegenovergestelde: ernstige vertraging, zo niet zelfs afstel. Een onbegrijpelijke ontwikkeling, vinden VVD en PvdA, die het verder zelden met elkaar zijn.
Het Korps Mariniers, het eliteonderdeel van de Koninklijke Marine, is opgericht op 10 december 1665. Mariniers worden ook wel zeesoldaten genoemd. Het zijn infanteristen, militairen die te voet vechten, die worden ingezet op de grens tussen land en water. Ze voeren speciale missies uit over de hele wereld. Dit zien we terug in hun wapenspreuk Qua patet orbis: ‘Zo wijd de wereld strekt’.
Het Mariniersmuseum vertelt het verhaal van het Korps Mariniers aan de hand van verschillende objecten, stuk voor stuk unieke exemplaren, en meerdere tentoonstellingen.