De gisteren in de raadscommissie behandelde concepthorecanota van het stadsbestuur heeft geen draagvlak onder de horecaondernemers. Dat zei raadslid Dieke van Groningen (VVD), die nu al ondervonden heeft dat de plannen ‘’onrust en verwarring’’ hebben veroorzaakt. Er moet beter worden nagedacht over de rol van horeca, de rol van toerisme, de rol van cultuur. ‘’Wat is waar wenselijk en wat niet? En waarom is de input vanuit horecaondernemers niet verwerkt?’’
‘’Wij zijn van mening dat een winkelgebied niet kan zonder horeca. Nieuwe gebiedsontwikkeling vraagt om faciliteiten. Daarom moet er ook in een woongebied ruimte blijven voor verschillende categorieën horeca. Alsjeblieft niet in hokjes denken, zoals woongebieden, winkelgebieden en horecagebieden. In deze visie gebeurt dat wel. Nu is er veel te veel focus op vergunningen en handhaving. Dat doet de horeca tekort.’’
De horeca heeft momenteel een chronisch gebrek aan personeel, kampt met torenhoge schulden en achterstallige betalingen. Van Groningen wees op de enorme actuele behoefte aan duidelijkheid en rust in deze branche. ‘’Dus helpen gemeentelijke aanslagen twee dagen na de heropening niet’’, klonk haar verwijt aan het adres van horecawethouder Kasmi, die op zijn beurt begrip vroeg voor de spanningsvelden waarin besluiten moeten worden genomen. Met andere woorden: meer horeca, meer herrie, meer klachten van omwonenden. Reden voor het stadsbestuur om bijvoorbeeld om in het gebied rond de Oude Haven het beleid te consolideren. Anders gezegd: pappen en nathouden.
Later zou burgemeester Aboutaleb zeggen dat er eigenlijk al genoeg horeca gerelateerde vergunningen zijn verleend. ‘’In andere grote steden is trouwens wel al besloten de horeca extra ruimte te geven, exploitatievergunningen te verlengen en op andere vlakken mee te denken’’, hield de VVD de druk op de ketel.
De discussie over het horecabeleid wordt zo goed als zeker naar de nieuwe gemeenteraad verplaatst. Daar maakt Van Groningen zo goed als zeker deel van uit. Ze staat hoog op de kandidatenlijst bij de VVD.