De RET komt klagende Rotterdammers bij de overweginstallaties van de metrolijnen A, B & C Prins Alexander met ingang van dit voorjaar tegemoet met een softwareverbetering waardoor het systeem beter rekening houdt met actuele haltetijden en daadwerkelijke snelheden. Ook mogen bestuurders harder gaan rijden zodat ze eerder bij de overweg zijn en deze ook weer eerder open kan. Beide aanpassingen moeten zorgen voor een kortere tijd van gesloten slagbomen en het passeren van de metro.

De maatregelen worden genomen omdat in sommige gevallen bleek dat er meer tijd tussen het sluiten van de slagboom en het passeren van de metro zit dan volgens de richtlijnen noodzakelijk. Met name als het bijvoorbeeld gemiddeld genomen 20 seconden duurt nadat de slagbomen dicht zijn voordat een metro passeert, is dit een afwijking die zorgt voor het onnodig dicht zijn van de overweg.

De RET heeft verkeerswethouder Karremans detailinformatie gegeven hoe ‘de dichtligtijd’ van de slagboom is opgebouwd en bepaald is. Deze dichtligtijd wordt bepaald door middel van nationale richtlijnen die voor alle overwegen gelden. Daarbij wordt rekening gehouden met een worst-case snelheid van het metrovoertuig: aan de ene kant het meest snel optrekkende voertuig, maar ook het slechtst remmende voertuig.

In het kort samengevat werkt de overweginstallatie volgens het volgende theoretische stappenplan:

1. Aankondiging aan verkeersregelinstallatie dat er een metro aankomt, de verkeerslichten voor de overweg mogen nog een aantal seconden groen krijgen (verschilt per oversteek);

2. Verkeerslicht wordt op rood gezet;

3. Bellen en lichten van de overweginstallatie gaan aan (5 seconden); 4. Slagbomen dalen (12 seconden);

5. Veiligheidstijd voordat de metro op de overweg is (minimaal 5 seconden);

6. Metro passeert;

7. Slagbomen beginnen met openen (max 4 seconden na passage metro);

8. Slagbomen gaan open (10 seconden);

9. Verkeerslicht gaat op groen.