Vier vrouwelijke Rotterdamse politici – qua initiatief van links naar rechts – hebben zorgwethouder Ronald Buijt gevraagd of hij wil uitleggen wat hij aan maatregelen in petto heeft om Rotterdam uit opnieuw een slecht rijtje te krijgen. Dit keer blijkt de stad met de grootste armoede ook koploper femicide.*

Bij 6 op de 10 vrouwen die in de afgelopen vijf jaar werden vermoord, was de vermoedelijke dader een (ex-)partner. En dus willen Sarah Reitema (PvdA), Imane Elfilali (Volt), Ingrid Coenradie (Leefbaar Rotterdam) en Judith Bokhove (GroenLinks) weten in hoeverre het stadsbestuur zich inzet tegen geweld tegen vrouwen, met als uiterste vorm moord, en op welke wijze? ‘’Zijn er speciale programma’s tegen geweld en moord tegen vrouwen’’, voegen ze er geschrokken aan toe.

Rotterdam blijkt volgens de cijfers van het CBS de betreurde koppositie femicide overgenomen te hebben van Amsterdam.

* Volgens het Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Atria wordt femicide vaak als synoniem gebruikt voor vrouwenmoord. De term ‘vrouwenmoord’ omvat iedere moord op een vrouw. Maar de term ‘femicide’ legt de focus op de motieven van deze moorden. Zij zijn gendergerelateerd. Niet alle moorden op vrouwen zijn dan ook gevallen van femicide. Er is nog geen consensus over de precieze betekenis van de term. Wel kennen we een algemene opvatting. Gender is namelijk een motief.