Er is in de jeugdzorg een moeizame relatie tussen aanbieders en WMO-consulenten rondom pgb’s en sluitingen op last van de burgemeester. Volgens de fractie van Leefbaar Rotterdam, die daarover uit de hoek van professionals zorgwekkende signalen ontving, ondervinden met name kleine aanbieders veel hinder van wijzigingen in het huidige beleid.

‘’Waar een pgb-coördinator eerder meerdere dossiers voor diens rekening mocht nemen, mag een pgb-beheerder nu slechts drie dossiers in beheer hebben. Dit legt een enorme druk op het personeelsbestand van de aanbieders. Zij weten dan ook in veel gevallen niet hoe deze beleidswijziging organisatorisch opgevangen moet worden, waardoor met name de kleinere aanbieders geen nieuwe cliënten meer aannemen en zelfs moeten vrezen voor faillissement’’, zegt raadslid Aafjes-Van Aalst.

Leefbaar Rotterdam vindt dat zorginstanties zich met name bezighouden moeten houden met waar zij goed in zijn, namelijk het verlenen van zorg. ‘’Beleid moet hierbinnen faciliterend werken en mag geen horde voor het verlenen van zorg te zijn.’’

Waar aanbieders en WMO-consulenten een wederzijdse afhankelijkheid delen en daarom logischerwijs de handen ineen zouden moeten slaan, lijkt de WMO-consulent daarentegen aanbieders van jeugdzorg continu op de vingers te kijken en tegen te werken. Leefbaar heeft wethouder Buijt om opheldering gevraagd.