In hoeverre er ooit ruzie is geweest tussen Woonstad Rotterdam en de gemeente Rotterdam, wordt niet uitgelegd. Maar de Autoriteit woningcorporaties beweert in haar recente Toezichtbrief 2023 over Rotterdams grootste woningcorporaties wel dat de vrede is teruggekeerd.
De Aw, waarvoor minister voor Volkshuisvesting De Jonge politiek verantwoordelijk is, meldt: "Na wat tegenwind vanuit de gemeentelijke politiek in het afgelopen decennium lijken Woonstad en de collega-corporaties in Rotterdam weer wat meer rugwind te krijgen."
Opvallend daaraan toevoegend: "Er liggen nu ook meer kansen om als corporatie een grotere rol in de middenhuur te nemen. Woonstad toont zich daarin bereid".
Het gejubel over de 'grotere rol in de middenhuur' is minder goed nieuws voor de minst draagkrachtige Rotterdammers, die op zoek zijn naar een sociale huurwoning. "Middenhuur is een eufemisme voor dure huur. In een goed funtioneerd woonsysteem is helemaal geen behoefte aan middenhuur", verkondigde de Amsterdamse stadsgeograaf Cody Hochstenbach al eerder.
Ook in zijn deze maand verschenen boek 'In Schaamte Kun Je Niet Leven' legt Hochstenbach uit dat gejuich over corporaties, die graag middenhuurwoningen (tussen 800 en 1075 euro) willen bouwen, eigenlijk volstrekt misplaatst is. Het zou temeer misplaatst zijn, omdat de vier grote Rotterdamse corporaties Woonstad, Havensteder, Hef Wonen en Woonbron al sinds 2019 met de gemeente hebben afgesproken om tot 2030 duizenden goedkope sociale huurwoningen in de stad duurder te maken, te liberaliseren, te slopen of te verkopen.
In welke mate de goedkoopste woningen verdwijnen, is terug te lezen in de door Dagblad010 twee jaar geleden onthulde niet-openbare afspraken met de naam Wijken in Balans. Zie: https://dagblad010.nl/Rotterdam%20&%20Regio/corporatie-maakt-wijk-duurder-teruglezen
In de Rottterdamse gemeenteraad is een meerderheid voor uitvoering van Wijken in Balans. Dat betekent in de praktijk dat er steeds minder - voor de minima - betaalbare woningen overblijven.