Wethouder Chantal Zeegers blijft onverkort doorgaan met het vermelden van te hoge aantallen sociale huurwoningen in Rotterdam. De ‘rage’ om dit te doen dateert al van jaren geleden. Zelfs de PvdA en GroenLinks doen er enthousiast aan mee. 

Al het gemopper van nóg linksere partijen in de Rotterdamse gemeenteraad over die opschepperij ten spijt blijft de wethouder uitdragen dat het aandeel van de goedkoopste - zowel bestaande en als nog te bouwen - huurwoningen groter zou zijn dan het in werkelijkheid is. Dat gebeurt én in gemeentelijke stukken én in propagandafilmpjes van Zeegers. 
Recente voorbeelden daarvan. 

In het - voluit - Herziene raadsvoorstel over Vaststellen ontwerpbestemmingsplan De Kaai, dat volgende week donderdag 28 augustus aan de orde komt in de gemeenteraadscommissie bouwen en wonen, staat dat de wijk Feijenoord circa 90 procent sociale huurwoningen telt. Dat terwijl het eigenlijk gaat om 75 procent. Dat is de uitkomst van de rekensom: 2487 sociale woningen (bron Woonstad Rotterdam) gedeeld door het totaalaantal van 3312 woningen in Feijenoord (bron CBS). 
Zou Zeegers’ percentage kloppen, dan betekent dit dat er 2980 sociale huur in Feijenoord staat. Oftewel bijna 500 meer dan het werkelijke aantal. 

Ook in haar laatste promotievideo over Feijenoord City vergist de wethouder zich. Ze zegt dat daar 25 procent sociale huur komt. Dat terwijl het, ook volgens de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente, zal uitkomen op 22 procent. 

Een laatste, al lang en breed bekend voorbeeld dateert van maart dit jaar. In de Woonvisie 2040 schrijft Zeegers dat er in Rotterdam 39 procent sociale huurwoningen van woningcorporaties zijn. Niemand minder dan de minister van Binnenlandse Zaken komt op een beduidend lager aantal uit. De minister telt ‘slechts’* 35,8 procent sociale corporatiewoningen met een huur onder de 880 euro.

*Slechts staat hier tussen aanhalingstekens. Want het aandeel sociale huur in Rotterdam blijft vergeleken met de rest van Nederland aan de hoge kant. Dat dan weer wel.