Leefbaar vindt het ‘een schandelijke zaak’ dat Rotterdam niet weet waar veroordeelde terroristen zich in de stad ophouden. De controle daarop blijkt geen zaak van het stadsbestuur. Het monitoren van veiligheidsrisico’s die uitgaan van deze personen (door Leefbaar ‘uitschot’ genoemd) is een taak van andere overheidsorganisaties, zoals de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Aboutaleb: ‘’Een deel van de in Nederland verblijvende jihadisten dat het Nederlanderschap verliest kan echter niet vertrekken, bijvoorbeeld omdat het land van hun tweede nationaliteit niet meewerkt aan uitzetting of het verstrekken van een reisdocument. Wanneer deze jihadisten na intrekking uit Nederland moeten vertrekken en dit niet doen, is inderdaad sprake van illegaal verblijf in Nederland. Zij hebben dan niet of nauwelijks toegang tot sociale voorzieningen. Dit kan leiden tot een verhoogde afhankelijkheid van hun bestaande sociale jihadistische omgeving.’’

Het probleem leidt tot voortdurend overleg tussen de driehoek in Rotterdam en het ministerie van Justitie en Veiligheid, maar om nu te zeggen dat er een oplossing op komst is, nee. Op de vraag van Leefbaar of de burgemeester vindt dat deze individuen een bovengemiddelde bedreiging vormen voor onze stad, antwoordt hij noodgedwongen vergoelijkend: ‘’Om te beginnen gaat het hier in enkele gevallen ook om mensen, voorheen Rotterdammers, die gedurende hun detentie jarenlang hebben meegewerkt aan de totstandkoming van hun vertrek uit Nederland en plannen maakten voor hun toekomst elders. Zij hebben echter geen reisdocumenten ontvangen van het land van de overgebleven nationaliteit.’’

Ook de NOS heeft het probleem eerder al aan de kaak gesteld. Dat was de reden dat Leefbaar reageerde.