De omvangrijke zedenzaak tegen Mels van B. uit de Barendrechtse wijk Molenvliet groeit uit tot een megaproces. De rechtbank in Rotterdam trekt een week uit voor de inhoudelijke behandeling, die pas in 2026 zal plaatsvinden. De zaak telt 31 slachtoffers, van wie er zeventien tijdens de zitting gebruik willen maken van hun spreekrecht. Zij krijgen maximaal een kwartier per persoon om zich tot de verdachte te richten.
Van B., een gescheiden vader van twee, wordt verdacht van het seksueel misbruiken van jonge meisjes – vaak vriendinnetjes van zijn dochter – en van heimelijke opnames. Een deel van de slachtoffers zou zijn gedrogeerd, waardoor zij zich het misbruik niet bewust zijn. Het misbruik zou zowel in zijn woning in Barendrecht als in een caravan op een camping in Hoeven hebben plaatsgevonden.
De behandeling van de zaak is logistiek een uitdaging. De rechtbank spreekt van een “flinke puzzel”, mede doordat het moeilijk is om op korte termijn een grote rechtszaal beschikbaar te krijgen. Ook spelen de volle agenda’s van advocaten, die betrokken zijn bij meerdere grote zaken, een rol.
Tijdens een voorbereidende zitting uitte de advocaat van Van B., Inge Saey, felle kritiek op mediaberichtgeving over de zaak. In het bijzonder stoorde zij zich aan een interview in De Telegraaf met betrokken rechercheurs. “Voor ijdelheid is geen plaats in een zaak als deze,” stelde ze. Ook bekritiseerde ze een uitzending van EenVandaag waarin volgens haar onjuiste informatie werd gedeeld over de vermeende drogering met GHB en over de medewerking van haar cliënt.
Het Openbaar Ministerie wilde niet zeggen of het interview met toestemming was gegeven. “We hebben de kritiek voor kennisgeving aangenomen,” aldus de officier van justitie.
De volgende zitting staat gepland voor 6 oktober. Van B. verblijft voorlopig in het Pieter Baan Centrum voor psychologisch onderzoek.