Vergunningen Suri-Change definitief ingetrokken door DNB

22 June 2025, 18:47 uur
Rotterdam & Regio , Den Haag & Regio
mainImage
ANP

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft op 18 oktober 2023 de vergunningen van B.V. Suri-Change ingetrokken. Dit besluit is onherroepelijk geworden nadat Suri-Change op 30 mei 2025 het beroep tegen die intrekking heeft ingetrokken. Daardoor mag het Rotterdamse bedrijf zijn activiteiten niet langer voortzetten.

Suri-Change beschikte sinds 2004 over een vergunning als wisselinstelling en sinds 2011 voor het aanbieden van de betaaldienst ‘money remittance’'. Het bedrijf was gespecialiseerd in het wisselen van valuta en het verzenden van geld voor klanten. Suri-Change had meerdere vestigingen in Rotterdam en in Den Haag. Deze werden op last van de burgemeesters in die steden gesloten. De echtgenoot van de Barendrechtse ex-wethouder Reshma Roopram is met zijn broer en vader eigenaar van Suri-Change, dat in Suriname nog wel actief is.

Volgens DNB voldeed Suri-Change niet aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht en werd de toezichthouder bovendien niet tijdig geïnformeerd over cruciale ontwikkelingen. Deze twee overtredingen vormden ieder een grond voor het intrekken van de vergunningen.

Begin 2023 raakte Suri-Change verwikkeld in ernstige problemen. Eind maart 2023 viel de politie het bedrijf binnen wegens verdenking van strafbare feiten, waaronder mogelijk witwassen. Kort daarna trad het voltallige bestuur (twee personen) terug en nieuwe bestuurders werden niet tijdig gevonden, waardoor de continuïteit van de onderneming in gevaar kwam.

Door het gebrek aan leiding en de reeks incidenten schoot de bedrijfsvoering ernstig tekort. Suri-Change kon niet langer een beheerste, integere bedrijfsuitoefening garanderen. DNB had onvoldoende inzicht in de financiële situatie van het bedrijf, aangezien cruciale informatie niet werd aangeleverd. Uit een accountantsverklaring van juli 2023 bleek bovendien dat Suri-Change binnen twee maanden waarschijnlijk niet meer aan zijn financiële verplichtingen kon voldoen. De politie-inval, sluiting van vestigingen en negatieve media-aandacht zorgden voor ernstige reputatieschade, waardoor de integriteit van de bedrijfsvoering niet langer gewaarborgd was.

Daarnaast constateerde DNB dat Suri-Change belangrijke ontwikkelingen rond de vergunning niet uit eigen beweging meldde. Zo werd de toezichthouder niet direct geïnformeerd over een bezwaar tegen de sluiting van filialen, over nieuwe strafrechtelijke verdenkingen en over de alarmerende inhoud van de accountantsverklaring. Ook verzweeg het bedrijf dat een aangehouden topfunctionaris feitelijk nog actief was binnen de organisatie.