door Piet Ocks

Het blijft tobben op Het Kasteel, waar Sparta een kansloze nederlaag (0-3) leed tegen FC Utrecht. Ondanks vermeende versterkingen presteerde Sparta ver ondermaats. De onherkenbare ploeg van trainer Henk Fraser bleek met de 'versterkingen' geen haar beter. Sterker: Sparta wist geen enkele uitgespeelde kans te creëren tegen het de laatste weken sukkelende FC Utrecht.

''We zijn bezig progressie te boeken,'' sprak aanvoerder Bart Vriends na afloop. ''We willen meer risico nemen. De keerzijde is dat dat ons de wedstrijd heeft gekost. Toch,'' stelde de aanvoerder ook, ''is het niveau op de training met dertig procent gestegen, we zijn sterker geworden, maar we zijn nog niet goed genoeg. Maar ik heb er vertrouwen in dat het goed komt.''

Gezien het erbarmelijke treffen op Het Kasteel zal hij waarschijnlijk alleen staan. Sparta was geen schim van de ploeg, die vorige week een punt pakte bij SC Cambuur. Het op diverse plaatsen gewijzigde elftal met een meer verdedigende taak voor Vito van Crooij, met de tegenvallende nieuwkomer Joeri de Kamps, met een naar het centrum van de verdediging 'verdwaalde' Dirk Abels, een 'onzichtbare' Sven Mijnans op het middenveld, waar een onwennige Younes Namli op rechts nauwelijks uit de voeten kon, kwam Sparta in aanvallend opzicht niet of nauwelijks tot opzienbarende daden.

Na twaalf minuten keek Sparta al tegen een achterstand aan. Sparta-aanwinst Joeri de Kamps leed balverlies, waarna Douvikas van dichtbij kon scoren: 0-1. Even na rust wist Boussaid ex-Spartaan Mimoun Mahi te bereiken, die simpel de 0-2 kon intikken. En in de 75ste minuut stelde invaller Moussa Sylla met een goede voorzet Sander van de Streek in staat de bal via de arm van doelman Tim Coremans tot 0-3 te verlengen.

Henk Fraser hield zich na afloop wijselijk op de vlakte: ''Een aantal dingen zullen we moeten verbeteren...''

Opstelling Sparta: Tim Coremans, Vito van Crooij, Bart Vriends, Tom Beugelsdijk (’90 Achraf Madi), Dirk Abels, Aaron Meijers (’64 Mica Pinto); Younes Namli (’81 Mario Engels), Joeri de Kamps (’81 Adil Auassar), Sven Mijnans (’64 Bryan Smeets); Adrián Dalmau, Lennart Thy.