De commissie van beroep betaald voetbal heeft besloten dat de opgelegde straf van Arno Verschueren gehandhaafd blijft. Hij zal de wedstrijden tegen FC Utrecht en Heracles Almelo niet inzetbaar zijn. Eerder was hij al niet inzetbaar in de KNVB bekerwedstrijd tegen IJsselmeervogels.
Dit als gevolg van de eerder opgelegde schorsing van drie wedstrijden door de tuchtcommissie van de KNVB, vanwege een rode kaart die hij ruim twee weken geleden opliep in de wedstrijd tegen RKC.
De zaak nam echter een opmerkelijke wending door de ogenschijnlijk ondoorgrondelijke besluitvorming van de tuchtcommissie. Het begon met de initiële schorsing van drie wedstrijden, waarbij Verschueren de bekerwedstrijd tegen IJsselmeervogels al aan zich voorbij moest laten gaan. Na die wedstrijd ging Sparta alsnog in hoger beroep, waardoor Verschueren de daaropvolgende duels tegen Almere City en FC Volendam mocht spelen.
De verklaring van de KNVB licht het besluit toe: “Op grond van de bewijsmiddelen concludeert de beroepscommissie dat Verschueren op zodanige wijze een tackle inzette dat daarmee de veiligheid van de speler in gevaar is gebracht.”
Voor velen blijft de puzzel van de beslissing van de tuchtcommissie een vraagteken en roept op tot verdere discussie over de helderheid van dergelijke schorsingsprocedures. Des te meer daar wekelijks gelijksoortige, dan wel hardere overtredingen niet of nauwelijks worden bestraft.