Met reusachtige verbazing luisterde burgemeester Aboutaleb donderdagmorgen naar het debat in de gemeenteraad over zijn eigen fiat om via een pilot te onderzoeken of het horecavertier in Rotterdam in de nachtelijke weekends kan worden verruimd met een uur. De sluitingstijden van twee naar drie uur, als een extraatje.
Aboutaleb had gehoopt op applaus, omdat hij in relatie tot de horeca, herrie en politiecapaciteit altijd moet schipperen. Maar omdat zijn plotselinge handreiking volgens D66 niet helemaal aan de voorschriften had voldaan en zelfs de gebiedscommissie van niks wist, moest hij zich nu ineens verdedigen. Men kon horen dat hem dat niet helemaal niet lekker zat.
Er was zelfs een moment dat hij dreigde zijn toestemming voor ‘’het onderzoek naar de pilot’’ – waarmee hij de premature status van zijn fiat aangaf – in te trekken. En dat was nu ook weer niet de bedoeling van D66-raadslid Elene Walgenbach, die diep in haar hart eigenlijk dik tevreden was dat er eindelijk schot kwam in het verlengen van het bruisende uitgaansleven in Rotterdam.
De burgemeester herhaalde daarom nog maar eens zijn dilemma’s. Hij heeft in de weekeindnachten 50 politiewagens tot zijn beschikking en zei geen concessie te doen naar de wijken. Per wijk moest er minimaal 1 blijven rijden. Als uiterste bodem. Als straks mocht blijken dat de ‘’mogelijke verlenging’’ ten koste gaat van de wijkcapaciteit acht hij de pilot mislukt. Dat geldt waarschijnlijk ook als blijkt dat de inwoners van het centrum te stevig gaan pruttelen. Er komt door de debataanvrage in elk geval nu een hoorzitting.
Stadhuisplein
Dennis Tak van de PvdA zou blij zijn als de pilot een succes werd, ‘’want ik moet nog vaak aan mijn studententijd in Breda denken waar het centrum rond 2 uur omzoomd was van politiewagens. Dat was een bewijs dat je de sluitingstijden beter kunt spreiden.’’
De meeste politieke partijen bleken voor een grotere flexibiliteit en vooral geen terugkeer naar de ijzige centrumstilte van dertig jaar terug. De komst van meer woningen mag in dat opzicht geen spelbreker zijn. ‘’Laat het centrum alsjeblieft niet alleen een gezellig woonwijkje worden’’, merkte Tanya Hoogwerf van Leefbaar op en ook Jan Willem Verheij van de VVD kreeg het Spaans benauwd bij de gedachte dat horeca-afspraken die het centrum de stad tot een soort Parijs hebben gemaakt zouden moeten capituleren omdat de nieuwe inwoners rond het Stadhuisplein op tijd naar bed willen. Hij zei niet: dan moeten ze maar lekker in Lekkerkerk gaan wonen, maar men zag wel dat hij het dacht.
Toch wees Aboutaleb in dat verband aan de bestaande wettelijke voorschriften en ‘’u weet, die zijn voor mij leidend.’’
Menig raadslid dat de komende uren het wetboek weer op schoot heeft en verder zal studeren op eerdere uitspraken van de Raad van State op dit terrein met de daarbij horende jurisprudentie.
Twee of drie uur ’s nachts, dat maakte ook Aart van Zevenbergen van de SP op zijn beurt niet veel uit. Misschien zou zelfs vier uur nog wel genade bij hem vinden. Hem ging het vooral om een stapavondeinde met een vast tijdstip en refereerde daarbij aan het nut van de sociale controle. ‘’In de tijd dat mijn dochter uitging in het centrum van de stad wist ik dat die sociale controle op vaste tijden wel safe zat. Ze ging met de massa mee. Ik haalde haar pas op als ze Zuid bereikte, want daar was die sociale controle niet.’’
Gelijk bedenkelijk gezichten bij Kevin van Eikeren (PvdA) en Stephan van Baarle (Denk), die geen kwaad woord over Zuid willen horen.