Rotterdamse cafés (67) – Dug Out

8 March 2020, 11:05 uur
Vroeger
mainImage
Kastelein Henny de Geus (midden). Rechts: vaste klant Koos Tombroek

door Joris Boddaert

Anno 1930 telde Rotterdam 1400 cafés en was daarmee koploper in ons land. Dorstige lieden konden in dat jaar langs de 430 meter lange Schiedamsedijk in maar liefst 80 kroegen terecht. ‘De Dijk’ was – werkelijk waar – één van de meest alcoholische plekken van Europa. Thans existeren er in 010 nog altijd zo’n 625 cafés. Rotterdam heeft altijd een rijke kroegcultuur geteld. De stad heeft tal van aantrekkelijke etablissementen en in het verleden was dat niet anders. Het is altijd leuk om terug te kijken. Daarom iedere week aandacht voor een kroeg uit het recente verleden.

Dug Out

De Dug Out heeft een kort maar wel hevig leven gehad. Het was geen buurttent, ook geen eettent, meer een huiskamer van een voetbalclub en daarom werd je ook altijd een beetje raar aangekeken als je er – zoals ik - als verdwaalde buitenstaander binnen kwam waaien. En vooral als je – na binnenkomst – aan de rechterkant van de bar ging zitten. Want daar hadden de voetballers van Neptunus een eigen plek. Daar werd gekaart en ‘onder de beker gekeken’. Het spel met drie zessen. Blufpoker.

Allemaal op één meter van een hok waar de telefoon hing. Zodoende kon het werk doorgaan. Mobiele telefoons bestonden toen nog niet. Het was omstreeks 1980. Ik leerde zodoende in een mum van tijd al die dagelijke Neptunus-boys kennen: Frits den Braber, Koos Tombroek, Henny den Ouden, Rob van Rooy, Piet Tapijt, Theo van der Poel, Jan D. Swart, Jan Spanjersberg en op de vaste woensdagavonden de goodolds Charles le Noble en Sjaak van Woensdregt. Niet te vergeten ook collega-kroegbazen zoals Piet van Café Alhena en Theo Jansma van Schiemond.

Er liep ook vaak een enorme hond rond in die Dug Out. Die was dan door de uitbater van het Neptunus-veld aan de Abraham van Stolkweg ‘’weer es een dagje’’ gestald. Die hond was zo groot als een pony. Die liet werkelijk ook alleen leden van Neptunus binnen, want die kende die. Curieus.

Boris, heette die hond. Nu weet ik de naam weer. En zijn baas bij de voetbalclub was Hans van der Doe. Later van De Gouden Snor en Kaat Mossel.

In de Dug Out aan de Mathenesserdijk was Henny de Geus uitbater en gastheer. Nou ja, gastheer? Hij werd boos als je een brood bal bestelde. ''Hier kom je alleen om te zuipen'', zei hij dan, want hij kon ook gewoon boos worden als je hem stoorde met pokeren.

Henny de Geus was trainer (geweest) van Neptunus die hij van de tweede- naar de hoofdklasse had gebracht. Bravo. Het verhaal ging dat hij zelf in het tiende elftal van die club voetbalde, maar wel de grote trainersdiploma’s had gehaald. Iets voordoen op de training kon hij daarom niet, maar dat gaf niet, want hij had - zoals ze dat in voetbaltermen zeggen - de bindende kwaliteiten. De spelers liepen met de kroegbaas weg. Zelfs de acteurs – de broers Pieter en Luc Lutz, met wie De Geus in het plaatselijke artiestenelftal speelde – haastten zich na hun voorstellingen in het Hofplein-theater naar het westen van de stad om nog een vleug van de feestnachten in De Dug Out mee te maken.

Bijzondere man, deze barkeeper, die geknipt was voor het vak. Later – toen de hype na tien jaar over was - kwamen hem weer tegen in het Radio Rijnmond Café in het Schiekadeblokkwartier. De plaatselijke radio was toen onder leiding van Nico Haasbroek net begonnen. Ger Koedam, die een oog had voor goeie kasteleins, had hem binnen gehaald. En weer later troffen we hem aan bij de Captain’s Cabin in de Calandstraat. Maar de Dug Out was zijn hoogtepunt.

Laatst reed ik over de Mathenesserdijk en zag ik dat het hele pandje verdwenen was. Ook dat van de beroemde aardappelenboeren Zoutewelle & De Bie, grote afnemers in De Dug Out. Weer een stuk geschiedenis weg.

Wie geïnteresseerd is in de Rotterdamse cafégeschiedenis en wellicht nog de nodige info heeft wendde zich tot Joris Boddaert. Hij schreef vier dikke caféboeken (salontafelformaat). In 2020 verschijnt deel vijf. [email protected] of 06-18849644.