Ze is 31 jaar en verbindt op een leuke indringende maatschappelijke wijze de bewoners van de wijk Feijenoord massaal met Striktly Salsa.
Met wat?
Met een dansstijl uit Cuba waarbij iedereen zich happy voelt. Ook als je er gewoon maar naar kijkt.
Striktly Salsa is de diversiteits-hit van de Afrikaanderbuurt. Op alle niveaus. Van eredivisie tot een bierteam. En er is ook een gezellige kelderklasse. Het is net voetbal, zegt Cammy Kempke, want je hebt ook toeschouwers.
En wat brengt het teweeg? Het grote volume.
Cammy Kempke, éénzestiende Indisch, de rest wit Hollands, heeft als wijkvrijwilligster in Feijenoord letterlijk en figuurlijk iedereen ‘op de been’ gebracht.
‘’Ik hield van dansen, maar niet van clubs’’, vertelt ze. ‘’In clubs werd ik lastig gevallen. Of laat ik het anders zeggen: ik danste met jongens die niet wilden dansen, maar liever plakten. Maar daar kwam ik niet voor. Totdat ik een keer in Madrid in een Salsa-tentje terecht kwam waar met heel veel respect de dame ten dans werd gevraagd en er na één muziekstuk van partner werd gewisseld. Het herinnerde me aan de verhalen van mijn oma toen ze dansles kreeg: changer. Opa moest oma loslaten en kreeg een andere partner. Het verhief de dans boven de romance. En dat is wat ik wilde.
Die Salsa-scene in Rotterdam is redelijk underground, maar ik wilde ‘m ook op Zuid. En weet je waarom? Omdat salsa veel meer betekent dan alleen maar dansen. Het maakt de samenleving op een heel eenvoudige manier close. Zonder rapporten, commissies en vergaderingen. De mensen komen bij elkaar en hebben het naar hun zin. En mij maakt dat blij.’’
Het was een groot probeersel, maar het eerste salsafeest in de zomer van 2018 in het Afrikaanderpark liep als een tierelier. Opkomst en tevredenheid bijna buitensporig. ‘’En buiten, hè. Dus je begrijpt: dat smaakte naar meer.’’
Sindsdien danst Feijenoord iedere laatste zondag van de maand in het Klooster, in het wijkgebouw van de Afrikaanderwijk. ‘’Geloof me, ik overdrijf niet: Salsa helpt mee aan een betere maatschappij. Het doorbreekt patronen.’’
Ze legt het uit. ‘’Bij een foxtrot of de wals heb je één partner. Salsa heeft geen vaste danspartner. Per muziekstuk wordt er gewisseld en bij die wetenschap vallen onzekerheden weg. ‘Kan ik het wel?’ Sterker nog: het geeft lef. Ook Nederlandse mannen worden er losser van. In de salsa zit geen knuffel. Je geeft je fysiek op afstand. Ik zie mensen groeien. Schouders gaan naar achteren. Mensen die normaal in een hoekje blijven, staan nu op de dansvloer en ze durven als gevolg daarvan nu in hun eentje naar feestjes te gaan. Want pas op hè, alleen de deur uitgaan is een hoge drempel. Maar die is in de Afrikaanderwijk wel weggenomen.’’Buitenlandse studenten zien salsa als een taal
Ze ontdekte nog iets anders. ‘’Buitenlandse studenten zien salsa als een taal. Een universele taal. Daardoor voelen ze zich in één keer thuis. Bovendien is zo’n avond niet aan leeftijd gebonden. Als ik op mijn leeftijd gevraagd wordt door een oudere man, dan dans ik. Dat is ongeschreven wet. Weigeren komt niet veel voor. Dat is de cultuur waarin salsa is ontstaan. Je komt om te dansen.’’
Cammy Kempke groeide op in Vlaardingen in een wijk met veel culturen. ‘’Een rijkdom’’, zegt ze. ‘’Diversiteit is dat sowieso. Als kind deed ik al mee met de Ramadan. Niet uit overtuiging, maar ik wilde leren. Er is ook een tijd geweest dat ik de wereld wilde veranderen. Het zijn allemaal fases. Gegeven moment was ik onderwijs-assistente, want ik wilde juf worden. Ik heb altijd redelijk, ook wel eens tegen de zin in van mijn ouders, mijn eigen plan getrokken. En ik heb een hekel aan vooroordelen.’’
In Feijenoord draait het, zegt ze, om de key-personen: wijkmanager, wijkagent, wijkraad. ‘’Die doen dat goed. Als mensen in een grote culturele wijk weten bij wie ze moeten zijn zie je de saamhorigheid groeien. Ook het vertrouwen. En natuurlijk heb je eilandjes. Dat ondervinden wij zelf ook. Feijenoord heeft een grote Turkse community. Die zoekt vooral elkaar op. Niks mis mee, maar je moet een mix toch blijven stimuleren. Niet labelen, maar ook geen grote gaten laten ontstaan. Daarom maken we propaganda voor de welkoming. Salsa heeft lachende mensen. Salsa staat voor een open karakter. We geven er speciale workshops over. ‘Mensen, je hoeft niet te dansen. Maar kom zitten. Kijk.’ En warempel, ze doen het. Ook dankzij de Turkse ondernemers en de samenwerking met het Theehuisje.’’
Hé boys, ik ben de baas
Ja, ze geeft toe: ‘’Ik ben idealist. Ik ga van het principe uit dat als je met z’n allen goed wilt doen, dat die ene dan altijd ook mee wil. Ik zie dat steeds opnieuw gebeuren. De solist is zo solitair niet. Ik heb dat ook meegemaakt tijdens een Salsa-avond in Coconuts, hier op het Stadhuisplein. Dan banjert er ineens zo’n macho met een capuchon door de dansenden heen. Je kent zo’n filmsetting wel. Even elleboogwerk. Even met lichaamstaal aandacht vragen en het dan niet krijgen. Hup, en dan zie je ‘m afdruipen. Mensen die voor onrust komen, krijgen geen respons. Dat maakt ze vleugellam. Niet alleen op de dansvloer, overal.’’
Cammy Kempke lacht. Ze staat haar mannetje. ‘’We kennen onze pappenheimers. Als we een buitenfeest hebben, hangen ze op hun fietsen. En ze roepen wat. Altijd jongens en het zijn altijd misplaatste complimenten naar meisjes. En daar zeg ik dan wat. ‘Hé boys, ik ben de baas’’, want ze zijn hiërarchiegevoelig. Meestal zegt alleen de stoerste dan wat terug. Maar de tweede begint vervolgens al temperen. Yes, denk ik dan: klein succesje. En als het stil wordt, is het ook ineens niet leuk meer. Zo gaat dat. Ik zie ook geen ras en ik benoem het bewust niet. Totaal niet relevant. Relevant is wat je er tegen onderneemt. Daar gaat het om.’’
Het interview werd afgenomen vóór de coronacrisis en is tevens een herplaatsing.