door Jan D. Swart
De Parade zal in 2021 gewoon weer op het Museumplein in Rotterdam terugkeren zei wethouder Kasmi gehoord te hebben toen de organisatie tot zijn verbijstering uit eigen beweging de stekker uit 2020 trok bij gebrek aan een beetje comfortabele locatie. Godzijdank. Jimmy Smet van GroenLinks slaakte donderdagmorgen een zucht van verlichting.
Rotterdam had nog wel gauw de Parkkade aangeboden en het Lloyd Multiplein, maar dat vond de het bonte gezelschap muzikanten helemaal niks. Wind en in het laatste geval vooral geen ponem.
Kasmi hoefde donderdagmorgen in de gemeenteraad niet uit te leggen waarom de 30e editie van de Parade in Rotterdam niet op het Museumplein kon worden gehouden. Dat was bekend (Het Depot). Wel moest hij met de billen bloot waarom het Heemraadsplein was afgevallen en ook het Vroesenpark. De eerste vanwege burenherrie en de tweede omdat er ter plekke al twee andere evenementen waren geparkeerd en met de Parade erbij zou het park dan 38 aanéén gesloten dagen niet beschikbaar zijn voor de omwonenden. En dat zou gekkenwerk zijn.
En het Zuiderpark? De inconsequentie bij GroenLinks is soms om te gillen van de lach, want hun raadslid Smet kwam er zelf mee. Maar de organisatie van de Parade had toen de pijp al aan Maarten en de voorkeur aan Eindhoven gegeven. ‘’Ze komen toch wel terug?’’, vroeg Jimmy Smet tot tranen geroerd, want hij was nog jarenlang vrijwilliger geweest en zei vooral De Levende Jukebox te zullen missen.
‘’Kunnen die dan niet apart komen’’, stelde hij voor, want als je dicht bij het vuur zit is er altijd wel wat voor de eigen pret te ritselen.
Kasmi keek Smet aan alsof hij water zag branden en vroeg zich af wat een Levende Jukebox was? De hulp kwam van de burgemeester, die ooit wethouder Laan had horen vertellen over lachgas. En daar kon hij zich die eerste keer ook geen voorstelling bij maken. Kasmi beloofde zich in de Levende Jukebox te zullen gaan verdiepen. We helpen hem vast een handje.
Said Kasmi, lieve man, beetje Alice in Wonderland, zei oprecht alle inspanningen te hebben verricht om de Parade dit jaar in Rotterdam te houden. Nee, de Binnenrotte was niet genoemd. ‘’Want als we die aan het Songfestival weggeven, kan er ook een Parade worden gehouden’’, vond Karremans (VVD), die als jongen van Blauw Zwart uit Wassenaar Rotterdam vroeger maar ‘’een grijze en saaie stad’’ vond en net als Tak (PvdA), Walgenbach (D66) en Smet (GL) de levendige opbloei van de havenstad dik waardeerde en geen feestje meer door zijn neus geboord wenste te zien.
‘’Jongens en meiden’’, sprak Elene Walgenbach daarom ook in jeugdterminologie teneinde daarmee de gemiddelde leeftijd van de aanwezige raadsleven te beklemtonen. ‘’Onwijs vet’’, vond Dennis Tak in nieuw Nederlands de locatie van de Parkkade en hij kon zich dus ook niet voorstellen dat de organisatie van de Parade dit gebied met het Maaswater had weggespoeld. ‘’Onwijs vet’’, herhaalde de jonge bankier.
Maar helaas.