GroenLinks-raadslid Jeroen Postma heeft aan GroenLinks-wethouder Judith Bokhove gevraagd of hij bereid is een nieuw en breder onderzoek te initiëren naar de uitstoot van ultrafijnstof door Rotterdam The Hague Airport en de effecten daarvan op de gezondheid van werknemers van de luchthaven en omwonenden.
Het is vragen naar de bekende weg, maar Postma zegt de schadelijkheid van ultrafijnstof te kunnen aantonen aan de hand van een Zwitsers onderzoek. Daarin is namelijk vastgesteld dat ultrafijnstof van taxiënde en opstijgende vliegtuigen, zowel bij gebruik van conventionele kerosine als zogenaamde ‘biokerosine’, kan leiden tot kanker en ziekten van het immuunsysteem.
Bovendien heeft de Tweede Kamer op grond van die vaststelling een motie aangenomen die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu verzoekt bij een vervolgonderzoek naar deze stof ook de gezondheidseffecten op medewerkers van Schiphol mee te nemen. Reden voor Postma om te signaleren dat de werknemers en omwonenden van de luchthaven in Rotterdam niet over hoofd mogen worden gezien.
Het is overigens een oud signaal, maar wel in een nieuw jasje. Zowel in 2015 als in 2018 kwamen de gezondheidsrisico’s al eerder ter sprake in de gemeenteraad, maar toen ontbraken de nieuwe Zwitserse inzichten. Inmiddels weet men dat na onderzoeken door het RIVM er rond Schiphol vijf keer meer ultrafijnstof in de lucht zit dan gemiddeld en dat dit de long- en hartfunctie van kinderen en volwassenen verslechtert, aldus Postma.
‘’TNO heeft in 2018 in opdracht van RTHA onderzoek gedaan naar de uitstoot van ultrafijnstof van het vliegveld. Het constateerde toen dat 15% van deze stof in de omgeving afkomstig was van Rotterdam The Hague Airport’’, zegt Postma. ‘’Maar deze conclusie was gebaseerd op slechts 3 meetpunten gedurende 3 weken in de winter. Met de nieuwe kennis van onder andere het RIVM is er reden om aan te nemen dat de echte uitstoot van ultrafijnstof van de luchthaven en daarmee het gezondheidsgevaar hoger is.’’
Over de maatregelen die mogelijk moeten volgen na herijking en de mogelijke economische gevolgen doet Postma geen uitspraak.