Marvin, bevlogen wijkraadslid van de Agniesebuurt

31 May 2020, 07:00 uur
Algemeen
mainImage

De langgerekte Hofbogen wordt na 25 jaar wachten eindelijk een luchtpark. In het treindepot aan de rand van het Kralingse Bos wordt gepoetst aan een trein die voor eeuwig op het station Hofplein zal terugkeren. Rond de internationaal beroemde Zoho-letters worden de meest onooglijke bedrijfspanden gesloopt. Er komt nieuwbouw en vanuit zijn huis hoort Marvin Biljoen de uitbundigheid van het jeugdtheater Hofplein. Voilà in vogelvlucht: de Agniesebuurt.

Marvin Biljoen, vlinderstrik, altijd in the mood, is sinds maart 2018 lid van de wijkraad. Hij katapulteerde zichzelf in drie uur tijd. Een meesterlijk verhaal, dat begint als hij op een dag een manier zoekt om gedragen kleding rechtstreeks naar het asielzoekerscentrum te kunnen brengen. ‘’Ik wilde voor die kleding een andere bestemming dan de Kringloop en Het Leger Heils, dus wat doe ik? Ik ga naar de Stadswinkel aan het Eudokiaplein voor info. Het was half vier en ik word te woord gestaan door een mevrouw van de Vraagwijzer. Aan het einde van het gesprek zegt ze: Waarom doe je niet mee aan Kom op voor je wijk?

Geen idee, zei ik. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het leek me leuk.

Dan moet je je kandidaat stellen, adviseerde ze. En als je het doet, moet je opschieten, want de deadline is vanavond om zeven uur.
Nu ben ik, tegen jou gezegd, altijd wel in voor een challenge, dus ik bel eerst mijn vrouw. Die was vóór. Maar ik moest wel van zes mensen een ondersteuningsverklaring hebben. En toen was het inmiddels kwart over vier.

Ik dacht simpel: de buren.

Maar dat zal je altijd zien: de buren waren niet thuis. Toen ben ik bij volstrekt wildvreemde mensen gaan aanbellen of zij misschien de verklaring wilden ondertekenen en nu komt het: en ook of ze bereid waren een kopie van hun paspoort of identiteitsbewijs af te staan.
Het begon inmiddels al te schemeren.

Zou jij het doen? Ik niet. Maar die zes mensen deden het en om 5 voor 7 was ik terug op het Eudokiaplein en was ik kandidaat wijkraadslid. En die zes mensen zijn m’n vrienden geworden.’’

Marvin Biljoen voltooit een geslaagde campagne. ‘’Maar een zware’’, zegt hij, ‘’want alle bekenden uit de Agniesebuurt hadden hun steun al toegezegd aan kandidaten, die ruimschoots op tijd waren geweest met hun kandidatuur. Dus toen moest ik opnieuw bij wildvreemden goeie sier maken. Bovendien op persoonlijke titel, want ik vertegenwoordig geen politieke partij. Dus ik heb me uit de naad geflyerd.’’

Hij verklaart z’n verkregen sympathie aan zijn enthousiasme. ‘’Ik ben altijd bezig met die wijk. Eigenlijk met heel Noord. Toen ik er pas kwam wonen heb ik een megafeest georganiseerd met internationale artiesten en op initiatief van Stichting Onderneming Opbouwwerk Rotterdam doen we dat nu kleinschaliger ieder jaar. Er komt leven in de brouwerij. Ik hou ervan om te verbinden. Bij alles wat ik doe ga ik ervan uit: hoe zou ik zelf geholpen willen worden? Ja, ik ben een volstrekte idealist. Maar ik geef toe: af en toe is het doorbijten.’’

Zijn eerste succes als wijkraadslid? ‘’Bij de eerste openbare vergadering komt er een mevrouw naar me toe met een rollator. Ze zegt hoe ze heet en waar ze woont en vertelt het ongelooflijke verhaal dat ze al drie jaar met de gemeente bezig is om een paar stoeptegels verhoogd te krijgen, zodat ze met haar rollator wat makkelijker naar binnen kan. Dat verschil heb ik dus voor haar kunnen maken en dat voelde geweldig.’’

1700 appjes

Op zijn telefoon staan 1700 onbeantwoorde appjes. ‘’Ja, ik heb de vergissing gemaakt om open en bloot mijn telefoonnummer prijs te geven, omdat ik vond dat ik als volksvertegenwoordiger voor iedereen klaar moest staan. Maar ik geef toe: het is niet te behappen. Ik word zelfs ’s nachts geappt, maar ik blijf m’n best doen, want de wijk is het waard. We zijn een klimaatactieve wijk. Er staan grote ontwikkelingen op de rol. De gemeente heeft kort geleden een cultuur-historische verkenning gemaakt, zodat we weten welke gebouwen terecht gesloopt gaan worden en welke te transformeren zijn. Er gaat veel gebeuren aan de centrumkant van de Agniesebuurt. Pompenburg krijgt er vier woontorens bij en eindelijk’’, zegt hij lachend, ‘’eindelijk krijgen we als stenenwijk nu ook groen. Het heeft een kwartmensenleven gekost, maar de Hofbogen wordt één groot park tot aan de Gordelweg toe. Het is alleen nog even steggelen wie dat park gaat onderhouden. Stadsbeheer of de bewoners zelf?’’

Marvin Biljoen, 38, getrouwd, vader van drie kinderen, combineert zijn talrijke wijkvrijwilligerswerk met een baan-aan-huis. Hij is zelfstandig belastingadviseur. ‘’Als je een gezin hebt te onderhouden ga je wel iets anders denken, maar het gekke is: niet anders doen. Ik ben nog steeds overal voor te porren. Maar ik heb in de loop der jaren wel ervaren dat het omgaan met mensen in het buitenland makkelijker gaat dan hier. Mijn vrouw was lange tijd stewardess en ik heb heel lang mee kunnen vliegen en als je dan landen en mensen en maatschappijen gaat vergelijken, dan is de invulling van het sociale aspect hier ’t moeilijkst. Heel raar, want het sociale stelsel an sich is misschien wel het beste van de wereld. Zeg ’t maar. Ik weet werkelijk niet hoe dat komt, en misschien wil ik het ook niet weten, maar ik wil het wel verbeteren. We moeten eilandjes doorbreken.’’

Succeswijk

Z’n idealistische bevlogenheid dateert uit zijn jeugd. Op 16-jarige leeftijd bouwde hij ten tijde van het City College met vrienden van de Schutse al mee aan een weeshuis in Napels. De charitas was de Biljoens bij de Pinkstergemeente met de paplepel ingegoten. Z’n vader, kok van beroep, bracht nasi en bami naar de verslaafden op perron 0. ‘’En ik ging mee. Mijn vader sprake over de ‘jongens’. Hij wilde ze altijd maar helpen. Hij liep altijd te sjouwen met die blauwe koelbox. Een aantal van die jongens logeert nu, ruim twintig jaar later, trouwens hier in de buurt, bij de Nico Adriaan Stichting.’’

‘’We woonden in die tijd in Spangen en dat was toen een hele slechte wijk. Ik mocht alleen buitenspelen in het zicht van mijn moeder. Het krioelde er van auto’s met buitenlandse kentekens en de verslaafden gingen elkaar met naalden te lijf. Maar ik heb Spangen van lieverlee ten gunste zien veranderen en dat was een prachtig proces en die voltooiing wil ik in de Agniesebuurt ook mee maken. En ja, dat is knokken. Toen ik hier pas was, en dat was vóór de digitale revolutie, gingen we schouwen: de Woningstichting, ambtenaren van het stadhuis, de wijkagent en de bewoners. En dat doen we nog steeds. Waar schijnt het licht in woonkamers? Waar zijn de fietswrakken? Hoe komen ze er? Waar zitten de onveilige plekken en welke huisdeuren gaan niet dicht? Ik vind het geweldig als je dan, heel geleidelijk, ziet hoe zo’n wijk beter, toegankelijker en ook veiliger wordt. Eens komt de dag dat je Agniesebuurt googelt dan er dan succeswijk komt te staan. Nu komt het woord probleem nog te snel te voorschijn, zelfs al na het tikken van de A, de G en de N. We hebben dus een paar etappes te gaan.’’

Het interview werd afgenomen vóór de coronacrisis en is tevens een herplaatsing.