De Curaçaose minister Quincy Girigorie (Justitie) is het niet met de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb eens als het gaat om zijn uitspraken inzake de drugsaanpak op het Caribische eiland.

Aboutaleb stelde, na afloop van zijn werkbezoek aan Curaçao, dat er te weinig wordt gedaan waar het gaat om de doorvoer van drugs op het eiland. Volgens de burgemeester zijn drugsscanners in de haven en op het vliegveld stuk. Volgens Het Antilliaans Dagblad noemde Aboutaleb het ‘daardoor moeilijk om drugssmokkel tussen Curaçao en Nederland aan te pakken.’

Minister Girigorie is het niet met Aboutaleb eens. Volgens hem is Nederland één van de grootste drugsimporteurs, zo is te lezen in het Antilliaans Dagblad, die overigens meldt dat Aboutaleb zijn opvatting niet officieel heeft overgebracht aan Girigorie, maar alleen in de plaatselijke media gedaan heeft. ‘’Als de kraan op Curaçao wordt dichtgedraaid, gaat er ergens anders eentje open. Het probleem is de import.’’

De uitspraken van Aboutaleb zijn bij een aantal mensen op Curaçao in het verkeerde keelgat geschoten. Volgens hen werken de scanners wel degelijk. Op het eiland noemt men het drugsbeleid in Nederland juist ‘falend’.

‘’Als de negatieve uitlatingen die ik in de pers heb gelezen stroken met de werkelijkheid, concludeer ik dat de heer Aboutaleb de aandacht van het falende beleid van Nederland op het gebied van drugs en georganiseerde criminaliteit wil verleggen’’, vindt de justitieminister op Curaçao, die concludeert op basis van rapporten en onderzoeken dat Nederland een narcostaat is. Volgens hem zijn er ook indicaties dat er binnen justitiële organisaties geïnfiltreerd is. ‘’Met Rotterdam voorop’’, stelt Girigorie.