Als de Rotterdamse fractieleiders Lies Roest (GroenLinks), Aart van Zevenbergen (SP) en Stephan van Baarle (Denk) hadden mogen mee organiseren aan ‘Delfhaven 400’ zou de replica van het VOC-schip De Halve Maen niet welkom geweest zijn. Tenzij aan de kade bij de scheepsladder een metershoog boord zou hebben gestaan met een geschiedenstekst ‘’die recht doet aan de historie van de VOC, de Native Americans en slavernij.’’

Het drietal schaamt zich nu, want het afgemeerde schip is voorzien van een VOC- en Prinsenvlag, ‘’bovendien in één van onze meest diverse wijken.’’

‘’De VOC heeft een belangrijk aandeel geleverd aan de slavenhandel en wereldwijd een racistisch schrikbewind gevoerd. Ook de prinsenvlag is geen onomstreden symbool. Het wordt geassocieerd met de NSB, Voorpost en Stormfront’’, aldus Roest, die verwijst naar een eerdere klacht van de moslimpartij Nida.

‘’Wanneer wij kijken naar de website van het schip zien wij wél een verwijzing naar ‘uiteenlopende sociale en culturele identiteiten’ in Delfshaven, maar geen brede blik op de geschiedenis. De zwarte kant van de VOC wordt niet genoemd, slavernij komt er niet op voor en ook de genocide op de Native Americans kent hier geen plek. Ook hebben wij vernomen dat bij de rondleiding op het schip niet gesproken wordt over dit soort geschiedenis.’’

Bezien in het licht van de spanningen over discriminatie, racisme en slavernij vraagt Roest namens de SP en Denk of het voeren van een prinsenvlag en een VOC-vlag in de Rotterdamse wateren op zijn minst toondoof is? Bovendien wil ze snel antwoord.