Het voormalige Caland Lyceum aan de Argonautenweg in Hillegersberg – nu een locatie van de scholengroep Wolfert van Borselen – wordt binnenkort gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Maar er siert een kunstwerk van de Rotterdamse kunstenaar Louis van Roode (1914-1964) sinds de opening in 1962 de voorgevel en raadslid Ruud van der Velden wil weten hoe dat veilig gesteld wordt.

Niet specifiek een onderwerp van de Partij voor de Dieren, maar Van der Velden is ook kunstexpert en beoordeelt dit kunstwerk – een betonreliëf – een typisch voorbeeld van wederopbouwkunst. In het pand is ook een monumentaal glas-in-loodraam aanwezig, van de hand van dezelfde kunstenaar.

Volgens Van der Velden benadrukten diverse erfgoedverenigingen twee jaar geleden al het belang van behoud van het gebouw voor Rotterdam vanwege de grote cultuurhistorische waarde. ‘’Het college heeft toen besloten het pand te slopen, maar eveneens aangegeven de kunst in en aan het pand te willen behouden. Het zou erop toezien dat deze kunstwerken dan ook integraal werden opgenomen in het ontwerp van de nieuwbouw’’, aldus Van der Velden, ‘’mits dat redelijkerwijs technisch mogelijk is en onder de strenge voorwaarde dat dit zonder onherstelbare schade aan het werk kan gebeuren. Er diende hiertoe aanvullend technisch advies ingewonnen te worden.’’

Om te voorkomen dat er binnenkort over het Caland Lyceum een verkeerde discussie wordt gevoerd zoals destijds over het kunstwerk ‘Water’ in het voormalige zwembad in Rozenburg, heeft Van der Velden even zijn vinger opgestoken om te weten te komen welke afspraken er nu precies gemaakt zijn over het behoud van architectuurgebonden kunstwerken in zijn algemeen en die in het voormalige Caland Lyceum in het bijzonder.