Alles of niets voor Feyenoord, nu al

23 October 2018, 15:05 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

‘Pijnlijk groot’ noemt Willem van Hanegem het verschil tussen Feyenoord en de eeuwige rivaal uit Amsterdam. Helaas valt dit moeilijk te ontkennen. En dan te bedenken dat Feyenoord zondag op bezoek moet in Amsterdam. Waar al sinds augustus 2005 (!) niet meer is gewonnen. Ga er maar aan staan.

Kijkend naar de wedstrijden, krijg je soms bijna het gevoel dat Feyenoord op dit moment zo ongeveer het beroerdste voetbal van de hele eredivisie speelt. Want o, o, wat krijgen we wekelijks toch voorgeschoteld? Geworstel en geploeter. Verkeerde passes en onbegrijpelijk balverlies. Spelers die zich zichtbaar verstoppen. Een onvoorstelbaar trage opbouw. Angst, onzekerheid, berusting. Nee, het is niet om aan te gluren, zoals dat dan heet.

Afgelopen zondag, tegen PEC Zwolle, speelde Feyenoord eindelijk weer eens een fatsoenlijke eerste helft. De tegenstander werd onder druk gezet met snel en agressief spel. Dat was bijna een verademing na al die ellendige wedstrijden van de laatste tijd.

Maar het was, hoe voorspelbaar, slechts een kortstondige opleving. In de tweede helft zakte de ploeg onmiddellijk terug naar een bedenkelijk niveau. Het spel werd slechter en slechter. Feyenoord leek er werkelijk alles aan te doen om de tegenstander weer in het zadel te helpen. Samenvattend: dat er uiteindelijk een eindstand van 3-0 op het scorebord stond, was een klein wonder.

Dus ja, komend weekend moet Feyenoord echt aan de bak. Het voetbalseizoen is nog geen drie maanden onderweg, maar nu al staat de ploeg voor een alles-of-nietswedstrijd. Als in Amsterdam wordt verloren, kan direct worden geconcludeerd dat de derde plaats dit seizoen het maximaal haalbare is. Alleen bij winst of eventueel een gelijkspel zit er misschien toch meer in. Maar hoe wrang het ook klinkt: bijna niemand bij Feyenoord gelooft erin. Zie de tekst van Willem van Hanegem.

Het enige dat de supporters kunnen hopen, is dat er een soort wraakgevoel bij de spelersgroep ontstaat. Een gevoel van: tot hier en niet verder. In de media en in talkshows wordt Feyenoord de laatste tijd volledig met de grond gelijkgemaakt. Clubicoon Joop van Daele heeft letterlijk gezegd dat hij vreest voor een afslachting in Amsterdam. Columnist (en Spartaan) Hugo Borst opperde deze week dat de spelers misschien met elkaar moeten afspreken dat ze de schade proberen te beperken tot minder dan tien tegengoals. Het zal allemaal maar over je worden gezegd en geschreven.

Voetballers roepen graag dat ze de media niet volgen. Dat ze niet naar die praatprogramma’s op tv kijken, en dat ze de kranten niet lezen. Dat het ze helemaal niet raakt als er negatieve kritieken zijn. Dit is natuurlijk de grootst mogelijke onzin. De meeste spelers weten donders goed hoe de stemming in de media is. En dus hebben ze ook nu alles meegekregen over dreigende afslachtingen, pijnlijk grote verschillen, en de suggestie dat zelfs een nederlaag met dubbele cijfers tot de mogelijkheden behoort.

Het zou écht des Feyenoords zijn om nu dan eindelijk op te staan. Om zondag als hecht collectief het veld op te stappen met maar één doel voor ogen: winnen, linksom of rechtsom, ten koste van alles. Het is bijna niet voor te stellen dat deze spelersgroep in staat is om op zo’n manier boven zichzelf uit te stijgen. Maar de mannen weten ook: als dit wel zou lukken, is al het leed van de afgelopen maanden in één klap vergeten. Een betere stimulans om zondag werkelijk álles in de strijd te gooien, is er niet.

 

De journalist Boudewijn Warbroek (1963) bezoekt wedstrijden van Feyenoord sinds 1975. Hij werkt als vrijwilliger voor supportersmagazine Hand in Hand en Stadion Sport Nieuws, en schreef mee aan ruim tien boeken over Feyenoord.