'Anonieme klokkenluiders tellen niet'

21 August 2018, 20:21 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Het college van B&W in Rotterdam – tien wethouders en een burgemeester – is van mening van klokkenluiders geen klokkenluiders zijn zolang onbekend is wie zij zijn.
‘’Wij kunnen niet veel met anonieme meldingen die via de media verspreid worden’’, aldus burgemeester Aboutaleb.

Om die reden neemt hij afstand van de publicaties in De Telegraaf van vorige week, waarin de rol van twee bij naam genoemde Rotterdamse ambtenaren binnen het programma van de Directie Veiligheid aan de kaak werd gesteld.

De eerste was mevrouw Alia Azzouzi, beleidsadviseur op het gebied van polarisatie en maatschappelijke spanningen. Volgens Leefbaar Rotterdam ''onder andere de drijvende kracht achter de schimmige aankoop van een pand in het Oude Westen om er een megamoskee in te vestigen.’’

De tweede was Ahmed Harika, beleidsadviseur radicalisering voor de Directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam. Hij was eerder actief als deelgemeentebestuurder namens GroenLinks in de toenmalige deelgemeente Noord, alwaar hij in opspraak kwam wegens dubieus declaratiegedrag. Uit onderzoek van de Telegraaf bleek dat Harika met de terreurfans van stichting Waqf overlegde over het vestigen van een salafistenschool in Rotterdam - een plan dat na ingrijpen van het stadsbestuur geen doorgang vond. Harika kreeg volgens De Telegraaf zelfs driehonderd euro overgemaakt van Waqf voor zijn adviezen. ‘’Deze situatie is wat Leefbaar Rotterdam betreft compleet onacceptabel en potentieel gevaarlijk’’, schreef raadslid Tanya Hoogwerf.

‘’De betrokken medewerker heeft in 2014, voorafgaand aan zijn aanstelling bij de gemeente Rotterdam, advieswerkzaamheden verricht aangaande een opvanghuis voor Rotterdamse jongens met een Marokkaanse achtergrond’’, antwoordt Aboutaleb. ‘’Het ging hier om jongens die dakloos zijn geraakt of andere problematiek kennen. Betrokkene heeft voor zijn bijdrage een bescheiden onkostenvergoeding ontvangen. Er is uitdrukkelijk geen advieswerk verricht aangaande het voormalig ROCpand aan de Sikkelstraat.’’

En verder schrijft de burgemeester: ‘’Eenmaal in dienst worden ambtenaren gedurende hun aanstelling periodiek geëvalueerd. Dit is ook het geval bij de betrokken medewerkers. Het college vindt het kwalijk en heeft er grote moeite mee dat op basis van twijfelachtig informatie en anonieme bronnen medewerkers van de gemeente publiekelijk met naam en toenaam onterecht in een negatief daglicht worden gezet. Wat het college betreft is hier een grens overschreden.’’

In dit programmateam van de Directie Veiligheid van Rotterdam werken medewerkers met diverse achtergronden en de burgemeester vindt dat dit ten goede komt aan de kracht en effectiviteit van het beleid.
‘’De suggestie dat zogenaamde ‘gematigde en seculiere’ sleutelpersonen door een of meerdere collega's bij Directie Veiligheid op afstand zijn gezet, is suggestief en feitelijk onjuist. Het college neemt hier grote afstand van. Onze sleutelpersonen fungeren als onze ogen en oren van de stad en hebben gezien hun brede netwerk vaak snel door wat er speelt bij Rotterdammers in de stad. Zij zijn van grote waarde. De gemeente streeft naar een breed en divers netwerk aan sleutelpersonen. Onze sleutelpersonen hebben één zaak met elkaar gemeen, zij staan voor een vreedzaam Rotterdam waarin men, ongeacht achtergrond of geloof, op een prettige manier met elkaar samen leeft.’’