De kunst van het mogelijke in optima forma

14 November 2018, 11:32 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Politiek is de kunst van het mogelijke, een gevleugelde uitspraak vaak toegeschreven aan Otto von Bismarck, Duits staatsman, architect van de Duitse eenwording.
Maar eigenlijk heeft Bismarck deze uitspraak geleend van de Franse staatsman Léon Gambetta, stichter van de Derde Franse Republiek en hij verwoordde het in 1874 zo: 'La politique est l'art du possible.' De lading van deze uitspraak is historisch gezien vaak vertaald als pragmatisme, soms zelfs opportunisme.

Er is een dunne lijn tussen opportunisme en populisme, iets waar ik wars van ben, want populisme zaait verdeling en ondermijnt daarmee uiteindelijk de samenleving.
Maar in het huidige tijdsgewricht wil ik toch een lans breken voor politiek als de kunst van het mogelijke. En ik zal u uitleggen waarom.

In de gemeenteraad van Rotterdam hebben we de afgelopen weken, via commissiebehandelingen en uiteindelijk in een raadsvergadering in twee dagen, de begroting 2019 vastgesteld. De eerste begroting van het nieuwe college van VVD, GroenLinks, D66, PvdA, CDA en CU/SGP. Een begroting van het meest duurzame Rotterdamse stadsbestuur ooit. Een stadsbestuur dat zich met "Nieuwe energie voor Rotterdam" hard maakt voor een echte energietransitie in haven en stad, een trendbreuk in bijstandsbeleid en een enorme bouwopgave voor álle Rotterdammers.

Deze coalitie is 'de kunst van het mogelijke' in optima forma. Een coalitie van links en rechts, progressief en conservatief, liberaal en confessioneel. Hét antwoord op de polariserende politiek waar Rotterdam helaas tegenwoordig om bekend staat. Meer dan ooit is het van belang, in weerwil van gevatte one liners hengelend om media-aandacht, de neiging te onderdrukken om makkelijke en populistische politiek te bedrijven die aan het einde van de dag geen Rotterdammer verder helpt.
Het is al vaker bewezen; uiteindelijk maken mensen zich vooral zorgen om het dak boven hun hoofd en het brood op de plank. Als dát onzeker wordt, wordt alles onzeker. Politici die tamboereren op tweedeling, zij tegen wij, lijken dan een aantrekkelijke vluchtheuvel. Want als je bedreigd wordt, is het fijn om een zondebok te hebben. Maar uiteindelijk bereik je met polarisatie niks meer dan tweedeling. Uiteindelijk hol je vertrouwen in politiek en bestuur alleen maar verder uit.

Écht verschil maak je door resultaten te boeken en door zo nu en dan Heilige huisjes af te breken met onconventionele maatregelen.

So far so good, de plannen zijn ambitieus, de politiek leiders zijn over hun schaduw heen gestapt, ingrediënten voor succes. Maar er zijn (natuurlijk) nog geen tastbare resultaten. We hebben tijd nodig. Of we die krijgen zal niet alleen van anderen afhangen, maar vooral ook van onszelf.

Want, 'the devil is in the details'. Als bijvoorbeeld het vriendelijke woord 'maatwerk' in bijstandsbeleid op enig moment betekent dat er verschil wordt gemaakt tussen mensen, dan wordt het spannend. Dan zullen we als verantwoordelijke politici de rug recht moeten houden en het politieke debat moeten aandurven.

Een politiek debat waarvan ik hoop dat de vonken er vanaf springen. Een politiek debat waarin we raadsbreed elkaar de nieren proeven, maar altijd met respect voor elkaars mening en vooral: altijd met het oog op een toekomst voor Rotterdam en de Rotterdammers. Geen symboolpolitiek, maar resultaten-politiek: de kunst van het mogelijke.