De locomotief verven? Nee, een nieuwe kopen

15 December 2018, 23:55 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Een staatscommissie waarschuwt dat een deel van de bevolking zich niet gehoord voelt en overal zien we mensen met gele hesjes op straat om dat ongenoegen te manifesteren.

Meer dan een jaar geleden kwam in ons stadhuis een honderdtal burgemeesters bijeen. Ze kwamen om een belangrijk probleem te bespreken: het steeds dalende aantal kiezers dat zich geroepen voelt om bij gemeenteraadsverkiezingen naar de stembus te gaan. En ze kwamen om oplossingen aan te dragen.

Omdat ik ook een mening over dit onderwerp heb, werd ik – toch toevallig in het stadhuis – gevraagd mee te doen. Voorzitter Clairy Polak zag mij de Burgerzaal binnenkomen en vroeg  - in voor een geintje -  of ik in dit voorname gezelschap ook iets wilde zeggen. Ik aarzelde, maar stemde toch toe: ”Als ik als laatste aan de beurt ben.”

Ik nam me voor iets te zeggen over het benoemen in plaats van het kiezen van burgemeesters in ons land. Zo’n kans krijg je natuurlijk maar één keer. Bij kalkoenen het kerstfeest propageren!

Voor het podium hing een enorme grafiek waarop het probleem, de tanende belangstelling voor de gemeenteraadsverkiezingen, goed in beeld gebracht werd. Een overduidelijk dalende lijn.

De discussie waarbij ook hoge ambtenaren van Binnenlandse Zaken aanwezig waren, werd levendig gevoerd. Grappig om te horen dat niet één van de aanwezigen de hand in eigen boezem stak over de schuldvraag. Want directe verkiezing van een burgervader, voorafgaande aan een levendige campagne, zou best wel een aanjager van belangstelling kunnen zijn.

De oplossingen die aangevoerd werden varieerden van: borden waarop met de verkiezingsposters op betere plekken zetten. Meer geld voor campagnes. Meer debatten organiseren. De  plaatselijke media meer geld geven en de campagne eerder laten beginnen. Ook moest het raadslidmaatschap aantrekkelijker gemaakt worden door hogere beloningen, zodat aantrekkelijker kandidaten op de verkiezingsposters kwamen. Tevreden ging men bijna huiswaarts.

Na een knikje van de voorzitter stond ik op en zei dat het een interessante bijeenkomst was en dat ik blij was als enige populist in het gezelschap (kort gegrinnik) ook iets te mogen zeggen. Ik vervolgde: “Stel dat die grafiek de prestaties van een locomotief tonen. U stelt voor om die prestaties te verbeteren door andere brandstof te gebruiken. Of een likje verf hier en daar. Ook wat meer stations, enz. enz. Maar in werkelijkheid zegt die grafiek maar één ding: u moet een nieuwe locomotief kopen! Het hele systeem moet op de helling. Op uw volgende bijeenkomst zou ik daar mijn hoofd over buigen.”

Ik kreeg zowaar applaus, maar niet echt enthousiast. Logisch: in het huis van de gehangene spreekt men niet over de galg.

Toch is een ander systeem de uiteindelijke oplossing voor de impasse waarin de politiek langzaam maar zeker is geraakt. Incapabele bestuurders, een ergerlijk banencircuit, negeren van grote delen van de kiezers, volksvertegenwoordigers die niet controleren maar andere belangen hebben, overbodige bestuurslichamen en steeds minder invloed van de bevolking.

Voor de oplossing zullen we totaal nieuwe wegen moeten gaan bewandelen. Ons democratisch systeem is een afgeleide van het systeem van directe democratie. Onze technologische mogelijkheden zijn ondertussen vrijwel onbeperkt. Wat let ons om een geleidelijk een direct democratisch systeem in te voeren?

In Zwitserland zijn ze al een eind op weg. Ook het Duitse systeem van combinatie tussen evenredige vertegenwoordiging en districtenstelsel kan veranderingen ten gunste bewerkstellingen. Kortom, werk aan de winkel.

Ik zal de komende tijd enkele voorzetten gaan geven.