De fractie van Denk heeft burgemeester Aboutaleb in de herhaling nog eens veertien vragen gesteld over de heisa rond de Pegida-demonstratie in Rotterdam-Zuid, die enkele weken geleden te elfder ure werd gecanceld omdat de aanwezigheid van de dertien omstreden patriotten (die tegen de islamisering van Europa zijn) niet in verhouding stond tot de ruim zeshonderd moslims in de nauwe Gruttostraat.
Fractieleider Van Baarle, die het liefst had gezien dat de demonstratie in vroeg stadium was afgeblazen en het in retrospect ook onverstandig vindt dat dit niet is gebeurd, geeft de indruk tot elke prijs uitgezocht te willen hebben of de politie de demonstratie heeft afgeraden of dat Pegida na eigen bevinding met de staart tussen de benen is vertrokken.
Het antwoord op die vraag aan de politie vindt Denk belangrijk, waarschijnlijk om vast te kunnen stellen dat de burgemeester veel te lichtvaardig ja heeft gezegd tegen deze demonstratie. Dat vermoeden leest men terug in de andere vragen van Van Baarle, waarbij hij wil weten of het wel verantwoord was dat buurtbewoners en moskeegangers genoodzaakt waren om als een soort ordedienst op te treden.
Bezien in het licht van alleen al de enorme toeloop van voornamelijk jonge Turkse Nederlanders kan men aan de strekking van de vragen van Van Baarle afleiden dat hij een pijnlijke confrontatie niet had uitgesloten als Pegida met de bus in het kleine demovak was afgezet. Want hij vraagt óók waar de burgemeester die avond zelf was, of het klopt dat Aboutaleb op dat moment een debat bijwoonde in Arminius en waarom hij in het stadhuis geen leiding gaf aan het veiligheidsapparaat.
Omdat het demonstratiebeleid na de zomer in commissieverband besproken wordt en het onderwerp al heeft geleid tot een clash binnen de fractie van de PVV heeft Stephan van Baarle meteen maar ook alle detailvragen aan zijn brief toegevoegd, zoals zijn nieuwsgierigheid naar de kosten van die avond en waarom Pegida een RET-bus kon huren.
Maar de echte pijn zat in de staart van de vragenlijst. ‘’Ín welke verhouding staat deze haatbetoging van Pegida tot het verbod dat de gemeente Rotterdam heeft uitgevaardigd van een anti ‘Zwarte Piet-demonstratie en waarom was de burgemeester minder begaan met de absolute vrijheid van meningsuiting toen het bijvoorbeeld ging om Turkse regeringsleden?’’
Denk geeft in zijn brief niet aan of het aan het algemene demonstratierecht wil tornen of dat het zijn bezwaar slechts toespitst op betogingen, die het zelf niet wenst.
Denk stelt 14 vragen over Pegida-avond
22 June 2018, 23:00 uur
Algemeen