Dries Mosch heeft emotioneel slotoffensief

27 March 2018, 18:32 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

In een emotionele maar met zelfs een tussenapplaus gehonoreerde toespraak nam Dries Mosch vanmiddag als nestor afscheid van de Rotterdamse gemeenteraad, waarin hij in 2012 de plek innam van de vermoorde Pim Fortuyn. Hij was daarvoor in campagnetijd zijn bodyguard geweest. Alleen niet op de bewuste 6 mei 2002 in Hilversum.

Mosch sprak over zijn vader, over Overschie, over de tijd hoe arbeiders in Rotterdam na de oorlog leefden en hoe zijn vader met een plastic tupperwaredoosje vol met boterhammen naar zijn werk ging en er bij thuiskomst dan altijd één voor zijn kinderen had bewaard. ‘’Die smaakten dan het lekkerst’’. Het was de tijd dat de ouders van Mosch en vele andere ouders in Rotterdam het zo breed niet hadden en nog massaal Partij van de Arbeid stemden.

Mosch is bij Leefbaar Rotterdam altijd de socialist gebleven ‘met een grote mond en een klein hartje’, zoals burgemeester Aboutaleb dat vanmiddag zei. ‘Hij is de man die de straat naar de raad bracht’. Daarom was het niet zo verwonderlijk dat Dries Mosch in dat kader nog één slotoffensief in petto had. Hij vroeg de burgemeester of hij persoonlijk kon garanderen dat er in Rotterdam een laan, een singel of een weg vernoemd wordt naar de op 65-jarige leeftijd overleden Nora Storm. Hij had haar bewonderd.

Storm was jarenlang voorzitter van de Rotterdamse junkiebond en runde een uitzendbureau voor verslaafden. Zij was betrokken geweest bij de opvang in de inmiddels afgebroken Pauluskerk en Perron Nul bij het Centraal Station. Haar laatste activiteit was de opvang van ex-verslaafden en daklozen in wat 'Nora's Nest' genoemd werd.

De junkiemoeder, met wie Mosch vele gesprekken voerde en die op het laatst meer vertrouwen had in Leefbaar Rotterdam dan de PvdA-er Peter van Heemst die zij als onbetrouwbaar kwalificeerde, ‘’een vrouw die zelf op een houtje leefde en ’s winters in de kou zat’’, sprak Mosch, ‘’en dat heb ik nooit van haar mogen zeggen, maar ik doe het nu wel’’, ontving reeds diverse onderscheidingen waaronder een Ridderorde, de Erasmusspeld en de Wolfert van Borsselenpenning, ''maar burgemeester, een laan, een singel of een weg met haar naam is er nog niet, en die heeft ze verdiend. Ik zie u knikken. Dank. Maar beloof me, maak er geen Norma Stormpad van. Het moet wel body hebben.’’

Mosch gaf Leefbaar nog eens een extra sociaal gezicht door de wens uit te spreken dat de volgende coalitie erin slaagt om alle Rotterdammers uit de schuld- en hulpverlening te krijgen. ‘’Want ik ben daar schrijnende gevallen tegen gekomen’’, sprak de man die na zestien jaar onthulde dat hij dyslectisch was. ‘’Ik denk twee keer zo snel dan dat ik lul.’’ Eerder had hij al eens gezegd: ‘’Maar ik kan ook twee keer zo snel campagneborden plakken. Dat is het voordeel.''