Hoeveelheid licht in Rotterdam slecht

26 October 2018, 08:37 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Van de vijf steden in Nederland die het meest licht uitstralen liggen er vier in Zuid-Holland. Rotterdam staat op een derde plek. Het veel kleinere Delft heeft veruit de meeste lichtvervuiling. Plekken waar het amper donker wordt, zijn volgens deskundigen nadelig voor mens en dier.

Nederland behoort tot een van de meest verlichte naties ter wereld. Dat is al langer bekend. Recent lieten de Natuur en Milieufederaties plus de organisatie van de Nacht van de Nacht de meetgegevens van de satelliet Suomi NPP van de afgelopen zes jaar op een rij zetten. Deze satelliet brengt iedere dag rond 01.30 uur ‘donker’ Nederland in beeld in zijn polaire baan om de aarde.

Het in lichthinder en -vervuiling gespecialiseerde bedrijf Sotto le Stelle rekende de data om naar 54 steden in het land. Erkende lichtbakens als tuinbouwgemeenten en zeehavengebieden zijn buiten beschouwing gelaten. Men lette speciaal op ‘opgaand licht’, vooral afkomstig van openbare verlichting en reclames, omdat ‘licht dat omhoog wordt gestraald weggegooide energie is die nergens voor dient’.

Wel blijkt dat de meeste steden langzaamaan donkerder worden. In Zuid-Holland is de afgelopen zes jaar een afname van licht berekend van 0,9 procent per jaar. Als een oorzaak daarvan wordt de opkomst van led-verlichting genoemd. Deze lampen schijnen over het algemeen minder licht direct omhoog.

In het deze week verschenen rapport van de Natuur en Milieufederaties wordt niet gerept over wat er dan mis is met al dat kunstlicht. Behalve dat we in de grotere Nederlandse steden ‘nauwelijks nog sterren kunnen zien en de Melkweg al helemaal niet meer’.

Uit ander onderzoek kwam eerder naar voren dat kunstlicht nachtdieren en -insecten alsook planten verstoren. De kans op uitputting en sterfte neemt dan toe. De Gezondheidsraad, een overheidsadviesorgaan, noemde eind 2000 het nachtelijk donker een ‘oerkwaliteit van de leefomgeving van mens en dier’.

De raad pleitte voor zogenoemde donkertegebieden en een beter nadenken over of al die lampen wel echt nodig zijn.