Horror-scenario 2019: De 'Jessias' neemt aanloop

18 September 2018, 17:28 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

In 2017 boekte de gelikte campagnemachine van de VVD haar voorlopig laatste succes. Mark Rutte riep de drie nationale verkiezingen van Nederland, Frankrijk, Duitsland in dat jaar symbolisch uit tot de kwartfinale (NL), de halve finale (FR) en de finale (D) tegen het ‘foute populisme’. Niet omdat hij het meende, maar omdat het campagnetechnisch zo lekker bekte. En hoewel je de drie uitslagen op vele manieren kunt interpreteren, is het een feit dat de drie Eurofielen Merkel, Marcron en Rutte die verkiezingen wonnen.

Zeker na het 'rampjaar' 2016, met de voor onmogelijk gehouden zeges van Trump en Brexit, waren deze zeges cruciaal voor de gevestigde macht in het algemeen en die van de EU in het bijzonder. 2019 dreigt echter een rampjaar te worden voor Rutte. Zijn tot voor kort schier onaantastbare teflonlaag loopt het laatste jaar de ene na de andere kras op. De verkiezingen voor de Provinciale Staten en het Europees Parlement dreigen voor de liberale coalitiepartijen uit te lopen op een martelgang. Zowel voor Rutte’s 'we rule this country' VVD als hun Europese ALDE-partner D66 - waarvan het niet meer de vraag is óf Pechtold gaat aftreden, maar wanneer.

Of Rutte III voor of na deze verkiezingen valt weet ik niet, maar dat het binnen een jaar gaat vallen lijkt me bijna onvermijdelijk. De drie verkiezingen die dan volgen in 2019 worden wat mij betreft de kwartfinale, halve finale en finale tegen het foute, cynische en arrogante multinational-liberalisme.

NIEMAND VOELT ZICH ZUID-HOLLANDER OF GELDERLANDER



De provinciale statenverkiezingen in maart 2019 zijn feitelijk de grootste fakeverkiezingen die je maar kunt bedenken. We kiezen officieel het parlement van onze provincies, maar buiten een enkele Fries of een verstokte Zeeuw is er werkelijk geen burger die deze bestuurslaag nog iets zegt. Niemand voelt zich Zuid-Hollander of Gelderlander. Minder dan 1% van de Nederlanders kan één gedeputeerde uit zijn provincie noemen. Wel kiezen we samen liefst 570 leden voor de twaalf provinciale parlementen waaruit weer twaalf provinciale regeringen worden gevormd die gezamenlijk zo'n 75 (fors) betaalde bestuurders (gedeputeerden) bevatten met daarboven nog twaalf (heel fors betaalde) Commissarissen van de Koning.

Deze bestuurders kiezen wij uiteraard niet zelf, maar komen voort uit de baantjescarrousel van de diverse partijen. Al die twaalf provinciale parlementen worden ondersteund door een batterij aan ambtenaren en de bijna honderd bestuurders hebben allemaal weer een eigen staf en vaak een dienstauto. In totaal zijn er naast de ruim 650 provinciale politici en bestuurders nog eens bijna 10.000 provinciale ambtenaren waarvan het gemiddelde maandsalaris rond de € 4.500,- schommelt. Nu behoor ik ook tot de mensen die vinden dat échte democratie wat mag kosten, maar voor een totaal overbodige, uit de 19e eeuw stammende, bestuurslaag vind ik een jaarlijkse miljardeninjectie toch ietwat gortig.

Ze gaan namelijk nergens écht over (zeker na het overhevelen van de jeugdzorg naar de gemeenten) en hebben nauwelijks macht, maar zijn wel zeer goed in staat om besluitvorming van politieke organen met een grotere democratische legitimiteit te frustreren. Als gemeenteraadslid van Rotterdam heb ik de provincie dan ook eigenlijk alleen maar ervaren als een hindermacht. Of het nu ging om spreiding van sociale huurwoningen over de regio, asielzoekers, windmolens, gedoe rond het Rotterdamse vliegveld of overmatig beroep op Rotterdamse zorginstellingen vanuit de buurgemeenten. Nimmer heeft de provincie Zuid-Holland iets positiefs bijgedragen. En als iets provinciaals écht belangrijk wordt, dan neemt de landelijke politiek het over. Denk aan vliegveld Lelystad of het geflopte plan voor de megaprovincie Noordvleugel van toenmalig minister Plasterk. Er is dan ook niet voor niets niet of nauwelijks aandacht vanuit de journalistiek voor de provinciale politiek. Het interesseert namelijk niemand!

DE COALITIE HOUDT NOG 27 ZETELS OVER



De opkomst schommelt sinds de jaren ‘90 rond de 50% waarbij de trend dalend is. Uitzondering was 2011. Het kabinet Rutte-1 met gedoogsteun van de (‘foute populistische’, toch Mark?) PVV was net aangetreden. De als PvdA-leider jammerlijk mislukte Job Cohen liet toen weten de provinciale verkiezingen aan te grijpen om 'alle rechtse rotvoorstellen met een sneeuwschuiver van tafel te vegen'. Want dát is de hoofdreden dat nog bijna de helft van Nederland gaat stemmen. Niet voor de provincie, maar voor de Eerste Kamer.

De 570 gekozenen in de provincies kiezen namelijk getrapt de 75 leden van onze Senaat. Sinds de oproep van Cohen is de Eerste Kamer namelijk hét podium geworden om partijen voor hun gedrag in de Tweede Kamer te belonen maar vooral af te straffen. Ook de Eerste Kamer, ooit bedoeld om de deugdelijkheid van wetsvoorstellen te toetsen, wordt steeds politieker. De Chambre du Reflection is inmiddels gewoon de krijtstreepjesvariant van de Tweede Kamer.

En zo worden de verkiezingen van 20 maart 2019 de kwartfinale voor onze geplaagde premier. Het is niet de vraag óf Rutte-III haar minimale meerderheid gaat verliezen, maar hoe groot de schade zal zijn. De laatste Peilingwijzer zou vertaald naar de Senaat de coalitie nog slechts 27 zetels geven; maar liefst 11 tekort voor een meerderheid. Na de laatste ontwikkelingen rond het asielrecht, de almaar oplopende vaste lasten (zorgpremie, huur, BTW van 6% naar 9%, energierekening) voor Nederlanders, het steunen van jihadisten in Syrië en vooral die verrekte afschaffing van de dividendbelasting doen eerder vrezen voor een nog grotere afstraffing dan dat de partijen zich nog gaan herstellen. De voorgespiegelde koopkrachtstijging van 1,5% zal in elk geval geen gamechanger worden. Of men vindt het een fooi of men gelooft de cijfers gewoon helemaal niet meer.

JESSE KLAVER: DE ECHTE KONING VAN HET POPULISME



Dat is vooral goed nieuws voor GroenLinks. Hoewel Rutte in 2017 met zijn foute populisme vooral doelde op de PVV en Het Forum voor Democratie, is er op dit moment natuurlijk maar één echte koning van het populisme : Jesse Klaver. Met zijn pijnlijk onoprechte 'ode aan de gewone man' bestendige hij zijn valse jacht op de (voormalige) SP- en PvdA-kiezers en met zijn moreel superieure opstelling richting D66, die hiermee overigens een koekje van eigen deeg krijgt, gaat hij die partij halveren. En zo pakt het weglopen van de formatietafel uitmuntend uit voor de Jessias. Hij draagt 0,0 verantwoordelijkheid en of het nu gaat om het Blok-debat, de dividendbelasting of de asielkinderen Lily en Howick; telkenmale weet deze geniale plagiaat wonderboy middels plat populisme anderen de maat te nemen.

Dit doet vooral voor de groene agenda het ergste vrezen. Voor alle gevaren hiervan en vooral de extreem hoge kosten van het aanstaande Klimaatakkoord verwijs ik iedereen naar de uitmuntende artikelen van Syp Wynia. Maar Jesse gaat de groene kaart extreem uitspelen. Zo valt te vrezen. CDA en VVD zullen nóg meer concessies moeten doen en die gewone Nederlander, waar Klaver zo opzichtig naar hengelt, gaat hiervoor een enorme prijs betalen. Want ga maar na: PVV en FvD staan voor Rutte-III voor altijd buiten de (gevestigde) orde. Voor een meerderheid in de Senaat is dus in elk geval GroenLinks nodig. Die kunnen op de voor hen belangrijkste dossiers asiel en klimaat de hoofdprijs vragen in ruil voor steun in de Eerste Kamer. Rutte moet hopen op een mirakel (Erdogan die hier wil landen met F16’s tegenhouden ofzo?), maar de kwartfinale gaat gewonnen door de linkse populist Klaver.

MEI 2019: EUROPESE VERKIEZINGEN



Een van de argumenten om het referendum af te schaffen was de lage opkomst bij het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne (32%). Gelukkig wordt het argument van een lage opkomst nooit gebruikt als criterium voor de legitimiteit van de Europese verkiezingen. De gemiddelde opkomst sinds de jaren ‘90 (5 verkiezingen) schommelt tussen de 35 en 36% met als dieptepunt 1999 met slechts 30%. Het oordeel van de Nederlanders over de Brusselse politiek is vernietigend. Zelfs fervente voorstanders van een federale Unie moeten schoorvoetend toegeven dat het een logge, bureaucratische organisatie is met ongekende riante beloningen voor de Brusselse politici en aanverwante ambtenaren, inclusief de riantste pensioenregeling van de wereld.

De Europese verkiezingen zullen vooral in het teken staan van asielzoekers, migratie en integratie. Door een sterke score van anti-immigratiepartijen zullen regeringen zich gedwongen voelen om de immigratie en de asielinstroom verder in te dammen. Mijn verwachting is dat men geschokt zal zijn van de percentages die rechts-nationalistische partijen gaan halen. In 2014 werden UKIP in Engeland en het Front National in Frankrijk al de grootste. Dit was nog vóór de vluchtelingencrisis van 2015 en de deels daarmee gepaard gaande terreuraanslagen in veel Europese steden.

Voor het establishment waren de zeges van UKIP en FN het bewijs dat juist bij dit soort verkiezingen mensen gemakkelijker geneigd zijn een proteststem uit te brengen. Ik durf de voorspelling aan dat de in crisis verkerende sociaaldemocratische en christendemocratische stromingen alle zeilen moeten bijzetten om de rechts populistische stroming voor te blijven. Sterker nog: het is zelfs niet uit te sluiten dat de anti-immigratiepartijen opgeteld de grootste worden.

DE SOCIALISTEN LIGGEN IN HEEL EUROPA AAN GRUZELEMENTEN



De socialisten liggen in zo’n beetje heel Europa totaal aan gruzelementen. In 2014 haalden zij nog 162 zetels in het Europees Parlement maar nu door de Brexit Labour verdwijnt (20 zetels), de PS in Frankrijk is gemarginaliseerd (nu 14 zetels) en de SPD op zwaar verlies staat (nu 24 zetels) dreigt het door en door corrupte Roemenië  de Europese hofleverancier van de socialisten te worden.

De Christendemocraten zijn nu veruit de grootste fractie in Europa met 221 zetels. Maar ook hier verkeren de hofleveranciers in zwaar weer. CSU/CDU leveren nu 34 zetels, Frans centrum-rechts 20 zetels. Beide gaan verliezen. Nog zwaarder weegt het wegvallen van de Poolse, Hongaarse en Italiaanse fracties, nu goed voor samen bijna 50 zetels. Of de door schandalen geteisterde Spaanse PP zich gaat herstellen (nu 16 zetels) is zeer de vraag  Mijn inschatting is dat in Italië, Hongarije, Duitsland, Zweden, Polen, Tsjechië, Oostenrijk, Nederland, België en Denemarken en nog wat Oost Europese landen de rechts-populisten eerste of tweede gaan worden. Let wel: Dit is dus in meer dan de helft van de landen uit de Europese Unie.

Voeg daarbij nog het te verwachte succes van enkele links-populistische partijen in Spanje en Griekenland en we kunnen nu al vaststellen dat de halve finale nagenoeg zeker een glorieuze overwinning van het (door Marks PR-machine tot fout bestempelde) populisme gaat worden. Mocht nationalistisch rechts opgeteld inderdaad de (op één na)  grootste worden in Europa zou dit toch wel het toppunt van cynisme zijn.

DE JESSIAS IN HET TORENTJE; HET ABSOLUTE HORRORSCENARIO



De kans dat deze coalitie twee desastreuze verkiezingen overleeft is nagenoeg nihil. Zelfs zonder deze twee aanstaande oorwassingen zijn de onderlinge spanningen al enorm en wordt de coalitie met kunst en vliegwerk bij elkaar gehouden.

Ik verwacht dus dat we in 2019 als finale ook gaan stemmen voor een nieuwe Tweede Kamer. Ik vrees dat VVD hetzelfde gaat overkomen als eerder CDA en PvdA. Te lang aan de macht, te lang dezelfde premier, te veel schandalen, te veel gebroken beloften, te veel leugens en te veel arrogantie. D66 wordt gehalveerd en CDA en CU mogen hun handen dichtknijpen als ze in de buurt blijven van de score uit 2017.

Het links-populistische GroenLinks zal de SP en de PvdA ver voorblijven en de PVV en FvD gaan samen minimaal dertig zetels halen. Rutte zal niet alleen de finale van 2019 verliezen van deze ‘foute populisten’; ze zijn ook nog eens verantwoordelijk voor het einde van zijn politieke carrière. Hoe cynisch is dat?  En hoewel de topbanen voor deze gave loopjongen bij zijn broodheren Shell en Unilever ongetwijfeld voor het oprapen liggen, is het naderende afscheid van onze teflon premier toch pijnlijk. En al zijn criticasters, inclusief ikzelf, zullen in 2020 nog weleens terugverlangen naar Rutte als op dat moment de Jessias (in eikeltjespyama?) zitting heeft genomen in het Torentje. Het absolute horrorscenario voor het gewone volk van Nederland.