Jan D. Swart: De haatsultan en dan de naam . . . . Öztürk

27 March 2018, 00:18 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Gisteravond kokhalzend gekeken naar die woestijngelovige Fawaz Jneid, die burgemeester Aboutaleb enerzijds uit de wind hield door te zeggen dat hij helemaal geen salafist is, maar hem aan de andere kant wel tot een afvallige moslim veroordeelde. Als ik de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid moet geloven was dit een levensgevaarlijk verwijt.

Schaterlachend legde de haatsultan naast zijn stapelbed bij Nieuwsuur uit dat ‘t allemaal wel meeviel wat hij op Facebook zou hebben gezegd. Toen was ik eigenlijk weer blij dat de meeste politieke moslims elke vorm van vrolijkheid missen.

Weinig deugt meer in de gemengde samenleving, dus wilde ik gisteravond pijlsnel alle voorzitters van de Rotterdamse politieke partijen een mail sturen met de vraag wat ze van die gek vonden.

Bij Denk moest ik daarvoor bij Selçuk Öztürk zijn. Probleem: mijn toetsenbord had ruzie met zijn naam. Bij de c ging het al mis. Nergens was dat slangetje te vinden. Ook helse stagnatie bij die puntjes op de hoofdletter O. Onmiddellijk sloeg de schrik toe, want met één fout in een naam zet je iemand weg als tweederangsburger en ik maakte er godbetert drie. Ook geen umlaut te vinden.

Kan ik donderdag nog veilig naar de Coolsingel waar de nieuwe raad wordt beëdigd met vier Turkse Denk-gelovigen?

Nu moet u weten dat ik mij m’n hele leven groen en geel geërgerd heb als ze Zwart schreven in plaats van Swart. Ook als ze me aanspraken met Jan Dirk, terwijl het Jan Douwe moest zijn. En nog erger, zoals u weet, als ze dachten dat ik een broer was Sjakie van Ajax, terwijl de stadshumorist Henk Kranendonk en ik godbetert Cor van der Gijp, Henk Schouten en Coen Moulijn op onze knieën aanbaden. Ik weet dus wat het is om gediscrimineerd te worden. Het enige verschil is dat ik er nooit een politieke partij voor heb opgericht.
Afijn, een mail.

Ik probeerde het opnieuw, letter voor letter, alt voor alt, ik streelde de toetsen, vroeg hulp aan De Moslimkrant, want ik voelde de hete adem van Ankara. Maar mijn computer bleef consistent bij Selcuk Ozturk steken. Alle hens aan dek.

Tussendoor naar de dichtstbijzijnde Albert Heijn gehold en voor zes weken voedsel gehamsterd. Bij Karwei rolluiken gekocht. Bij bevriende sporters een honkbalknuppel, want niemand van Denk neemt afstand van de dreigende taal van Erdogan. Kuzu zeker niet. Heeft er familie en wil blijven reizen. De tijd drong. Bovendien hadden de coalitieverkenners Vegt & Loorbach gisteren hun eerste gesprek met de VVD en voordat je het weet komt Karremans met een jeugdig vreemd voorstel.
Die mail moest weg.

Ik dacht: als ik Selcuk Ozturk schrijf moet ik me verschansen. Die pikt dat niet. Gek eigenlijk, want die vrijer kan zelf niet eens behoorlijk uit zijn woorden komen.
Maar ineens: eureka. Na veel pielen forceerde ik een umlaut op de u. Een pak van m’n hart, want met het boos ogende nationale Denktrio waart er ineens een dictatoriale lichtgeraaktheid door ons land. Wel gauw gegoogeld of ik ‘t eigenlijk wel een umlaut mocht noemen. Ik vond het ineens heel Duits klinken. Zou Selcuk misschien drie paspoorten hebben?

In doodsnood jatte ik de cedille (ç) van Curaçao. En in Turkije vond ik óók die puntjes op die hoge O. Simsalabim. Ineens stond er Selçuk Öztürk. Zo zie je maar: als je maar wilt. Ook ik plug tegen beter weten in de harmonie.

Ik heb de naam van die kwibus dus nu opgeslagen voor hergebruik, want toen zijn naam compleet was, had ik in die mail helemaal geen zin meer. Nederland sliep al en ik vrees dat het land blijft slapen.