Koopkracht lage inkomens blijft achter

13 September 2018, 21:47 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Van de Nederlandse huishoudens gaat 96 procent er komend jaar op vooruit, maar mensen met een laag salaris en zeker die met een uitkering het minst. Wie een midden- of hoger inkomen heeft, is juist spekkoper, blijkt uit stukken van Prinsjesdag waar het AD de hand op heeft gelegd. Ingewijden bevestigen dat die berekeningen kloppen.

De koopkracht stijgt in 2019 gemiddeld met 1,5 procent, precies de winst waarop de doorsnee gepensioneerde mag rekenen. Eerder leken zij het te moeten doen met 1,1 procent, maar het kabinet heeft er een schepje bovenop gedaan.

Uitkeringsgerechtigden leken er met 0,5 procent koopkrachtwinst aanvankelijk helemaal bekaaid vanaf te komen. Maar het kabinet heeft dat opgekrikt naar 0,9 procent, al is dat nog een stuk minder dan het gemiddelde. Wie een baan heeft, krijgt er gemiddeld 1,6 procent bij.

Een klein deel van de huishoudens gaat er komend jaar juist op achteruit. Die pijn zit vooral bij uitkeringsgerechtigden, van wie 7 procent koopkracht inlevert. Van de gepensioneerden moet maar 3 procent de broekriem aanhalen.

De doorsnee alleenverdiener wint net wat meer koopkracht dan een huishouden met twee salarissen. Alleenstaanden doen daar nog wat voor onder.