Na de voortijdig beëindigde demonstratie op het Malieveld tegen het huidige Nederlandse asielbeleid, hebben demonstranten zaterdag vernielingen aangericht in het centrum van Den Haag.

Een grote groep actievoerders liep vanaf het Malieveld de binnenstad in en kwam via het Lange Voorhout terecht in de Lange Houtstraat, waar het landelijke hoofdkantoor van de partij D66 is gevestigd. Daar werden door demonstranten minstens acht ramen van het partijkantoor ingegooid en een afvalcontainer in brand gestoken. Omstanders applaudisseerden en schreeuwden leuzen als 'kanker D66' en 'kanker joden'.

Partijleider Rob Jetten van D66 reageert woedend op de vernielingen. "Tuig. Je blijft van politieke partijen af", schrijf Jetten op berichtenplatform X. "Als je denkt dat je ons kan intimideren, dikke vette pech. Wij laten ons mooie land nooit afpakken door extremistische relschoppers."

Democratie onder vuur

Ook de Haagse wethouder Robert van Asten, tevens kandidaat-Kamerlid bij de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober, reageert op X verontwaardigd op de vernielingen en de rellen eerder die middag op het Malieveld. "Doodeng deze beelden. Politie belaagd, politiek belaagd, democratie onder vuur. Hier moet het stoppen. Alle democratische krachten van Nederland moeten eensgezind optrekken en dit geweld stoppen!"

De demonstratie op het Malieveld was een protest waarin aandacht werd gevraagd voor een strenger asielbeleid. De politie heeft die bijeenkomst beëindigd nadat de betogers geweld hadden gebruikt tegen agenten en de naastgelegen snelweg A12 waren opgelopen. Daarbij werden onder meer waterkanonnen en traangas ingezet.