Politieke partijen willen de discussie over woningbouw minder politiek maken, spreken ze uit in een debat over wonen in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen. Alle partijen willen dat er jaarlijks zo'n 100.000 huizen gebouwd worden en dat mensen in een betaalbaar, passend huis kunnen wonen.

D66 wil dat doen door een 'bouwbaas' aan te stellen, verwoordt huidig Kamerlid Hans Vijlbrief zijn partijplannen. Dat is iemand die grote bouwprojecten coördineert en knopen doorhakt, is het idee van D66. ChristenUnie sluit zich daarbij aan, bij monde van Pieter Grinwis. Hij vergelijkt het voorstel met de Deltacommissaris, die langdurig beleid op het gebied van water uitzet. Wat Marieke Wijen-Nass betreft is er al een bouwbaas, haar partijgenoot: BBB-woonminister Mona Keijzer.

De Tweede Kamer heeft al ingestemd met een wet om de woonminister meer "regie" te geven. Een open punt daarin is nog wel hoe de regionale verdeling van betaalbare woningen moet worden geregeld. Daar werden de debatterende kandidaat-Kamerleden het niet over eens.

De wet schrijft voor dat 30 procent van de nieuwe huizen voor sociale huur moet zijn. De praktijk leert nu dat vooral grote steden veel nieuwe sociale woningen bouwen. SP vindt bijvoorbeeld dat "rijke rechtse gemeenten te makkelijk wegkomen" als buurgemeenten veel sociale huurhuizen bouwen, aldus Sandra Beckerman.

De debatleider sprak Wijen-Nass aan op de wens van de BBB om geen huizen te bouwen op landbouwgrond . "Koeien of huizen is een valse tegenstelling," vond het Kamerlid. "Er stoppen de komende jaren veel boeren, een aantal van hen is bereid om de grond te verkopen." Wel benadrukte ze dat haar partij liever zoveel mogelijk ruimte beschikbaar houdt voor boeren.