BBB-leider Caroline van der Plas greep het debat over de rellen in Den Haag aan om te pleiten voor een noodwet, om per direct een tijdelijke asielstop in te stellen. Het idee van de toenmalige coalitiepartijen om strenge asielmaatregelen op te nemen in een noodwet sneuvelde eerder juist. Voormalig asielminister Marjolein Faber (PVV) kon namelijk niet dragend motiveren dat het gerechtvaardigd is om gebruik te maken van het noodrecht, dat bedoeld is voor een crisissituatie als een natuurramp of pandemie. Oppositiepartijen hadden geen goed woord over voor het voorstel van Van der Plas.
Van der Plas zei dat ze op deze manier een antwoord wilde geven op de zorgen die leven over migratie. Het goedgekeurd krijgen van strenge asielwetgeving duurt "heel erg lang" en daarom wil ze een noodwet om de tijd te overbruggen.
Demissionair justitieminister Foort van Oosten (VVD) zei niet eigenstandig een besluit te kunnen nemen over de inzet van het staatsnoodrecht. Hij opperde om de vraag te bespreken in het kabinet.
Mirjam Bikker van de ChristenUnie sprak van een "groetjes-aan-de-achterban-motie". Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren stelde dat "de adviezen van de NCTV ook door de BoerBurgerBeweging niet serieus worden genomen." De terrorismebestrijder noemde de rellen een teken van normalisering van extreemrechts en merkte op dat politici daarbij ook een rol spelen.
CDA-leider Henri Bontenbal verweet haar een "stuk rood vlees" in de debatzaal te gooien. Rob Jetten van D66 verweet haar aan "feitenvrije angstaanpraterij" te doen. Hij vond het een "bizar overbodige motie" om je "kapot te schamen".
Door: ANP