Gewetensvraag Leefbaar aan stadsbestuur

1 July 2018, 23:19 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

De roofoverval met grof geweld op de 73-jarige Nederlandse bejaarde aan de Coolsestraat vormt de aanleiding van de vraag van Leefbaar Rotterdam aan het nieuwe stadsbestuur of het de sterke indruk deelt dat het opvallend vaak gaat om allochtone daders en autochtone slachtoffers? Zo nee, waarom niet?

De gewetensvraag is schriftelijk gesteld door raadslid Tanya Hoogwerf en wordt vergezeld met wat zij ten eerste als trend meekrijgt via de tv-programma’s Bureau Rijnmond en Opsporing Verzocht. Maar daarnaast verwijst ze naar het Jaarrapport Integratie 2012 van het CBS, waaruit al bleek dat Marokkanen in vergelijking met autochtone Nederlanders 22 keer zo vaak verdachte zijn van vermogensdelicten met geweld, waaronder straatroven en roofovervallen. Onder Antillianen ligt dit aantal zelfs 24 keer zo hoog.

‘’In nagenoeg alle gevallen lijken de allochtone daders van dergelijke misdrijven het doelbewust gemunt te hebben op kwetsbare slachtoffers van buiten de eigen etnische groep – in de praktijk voornamelijk autochtone en Aziatische Nederlanders op leeftijd’’, aldus Hoogwerf.

Verder schrijft ze aan het nieuwe stadsbestuur: ‘’In 2016 bleek uit onderzoek van Bureau Beke naar achtergrondkenmerken van slachtoffers van gewelds- en zedenmisdrijven dat autochtonen met 87 procent veruit de grootste groep slachtoffers vormen.
Bij de allochtone slachtoffers voeren Nederlanders met een Indonesische achtergrond de lijst aan. Onderzoek naar de etnische achtergrond van (bejaarde) slachtoffers van misdrijven gepleegd door allochtone daders, is nog een behoorlijk onontgonnen terrein.
Empirisch bewijs is er echter in overvloed. Een voorbeeld hiervan is de reportagereeks (later verschenen in de vorm van het boek Undercover in Klein-Marokko) van de Marokkaans-Belgische publiciste Hind Fraihi, die in 2005 undercover ging in de Marokkaanse gemeenschap in Molenbeek.’’

Het consequent uitpikken van - veelal weerloze - slachtoffers buiten de eigen etnische groep, lijkt het schoolvoorbeeld van een racistische werkwijze, vindt Hoogwerf. ‘’Maar toch zien we in de vuistdikke rapportages van antidiscriminatieclubs als RADAR nooit één letter over racistische motieven bij door allochtonen gepleegde delicten waarvan autochtonen het slachtoffer worden.’’

‘’Bent u het met Leefbaar Rotterdam eens dat het specifiek op zoek gaan naar weerloze slachtoffers buiten de eigen etnische groep niet alleen duidt op een laffe, maar ook op een racistische handelswijze? Zo nee, waarom niet?”, is de andere vraag van Hoogwerf.


Tanya Hoogwerf, de IJzeren Dame van Leefbaar Rotterdam