Het ultimatum voor die looneis werd twee weken geleden neergelegd bij de minister, maar volgens de ambtenarenbonden FNV Overheid, AC Rijksvakbonden, CNV Overheid en CMHF is zij daar niet op ingegaan. De bonden stellen dat de minister per brief heeft laten weten “dat er een gat zit tussen de financiële mogelijkheden en de eisen die worden gesteld”. Ze heeft volgens de vakorganisaties na een half jaar praten “nog steeds geen enkel bod gedaan.”

Ollongren vindt 3,5 procent in elk geval te veel. De salarissen in het bedrijfsleven gaan ook niet zo hard omhoog, stelt de minister. En het kabinet is ook al extra geld kwijt aan pensioenpremies voor ambtenaren en heeft bovendien tegenvallers door de brexit en het terugschroeven van de gaswinning, voert ze aan. Ollongren zegt pas eind deze maand te weten hoeveel geld ze wél heeft voor salarisverhoging. Dan komt het kabinet met een update van de begroting voor dit jaar, de zogeheten voorjaarsnota.

“Dit is een minachting voor het eigen personeel”, zegt Marco Ouwehand van FNV Overheid. Volgens hem wordt sinds december onderhandeld. “Al die tijd heeft de werkgever niks op tafel gelegd. Het kabinet roept andere werkgevers op tot loonsverhoging, maar geeft zelf niet thuis.” De bonden wijzen erop dat het kabinet het bedrijfsleven maant hogere lonen te betalen, zodat burgers ook in hun portemonnee merken dat de economie op volle toeren draait. Ollongren moet zelf het goede voorbeeld geven, vinden ze. De cao liep af op 31 december 2017 en geldt voor 118.000 rijksambtenaren.