Mojo 50 jaar: je wil erbij zijn geweest

4 October 2018, 08:43 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Concertorganisator Mojo uit Delft bestaat vijftig jaar en viert dat met een boek waarin bekende schrijvers terugblikken. Vrijdag verschijnt het. Oud-directeur Leon Ramakers zag veel veranderen in die tijd, maar: ''het ging er altijd om, en daar gaat het nog steeds om, dat je als fan kunt zeggen: ik heb ze zien spelen, ik was erbij".

'MOJO, van pionieren in de polder tot concertgigant' gaat over de jaren van faillissementen, overnames, eerste festivals, blunders en successen. Een kijkje achter de schermen van het Delftse bedrijf, dat jaarlijks zo’n tweehonderd concerten organiseert van de grootste popsterren ter wereld. Maar ook tekent voor festivals als Lowlands, North Sea Jazz, Pinkpop, Symphonica in Rosso en Cirque du Soleil. Met vooral veel sappige verhalen over de grillen van lastige artiesten, en het geschipper van de ‘boekers’: 'Nee natuurlijk had Ray Charles het contract niet gelezen. Die is blind.'

Mojo is al jaren lang een internationale factor in de concert- en festivalorganisatie, maar ooit begon het met oprichter Berry Visser op een zolderkamer in Delft, die zo af en toe een plaatselijke singer/songwriter boekte. Niet lang daarna sloot muziekliefhebber Leon Ramakers zich erbij aan.''Wat wij al snel anders gingen doen dan de promoters die er - in de jazzscene - al waren: wij vonden dat wijzelf niet de baas waren, maar de artiest. En dat hebben we hier altijd zo gehouden."

Ramakers (inmiddels 71) werd directeur. ''Het organiseren bleek mij in het bloed te zitten, en wat organiseer ik het liefste? Muziek. Dat is me dus steeds wel goed afgegaan.” Hij heeft zich inmiddels teruggetrokken uit de top van het bedrijf, maar mag zich er nog graag 'adviserend' tegenaan bemoeien. Trouwens, alle beroemdheden van over de hele wereld, met wie hij in al die jaren samenwerkte en boekte en regelde, benaderen hem nog steeds het liefst persoonlijk.

Wat heeft Mojo zo groot gemaakt? ''Een hele hoop mazzel en het geloof in je zaak. Wat je er ook verder voor technieken enzo omheen verzint: uiteindelijk gaat het erom wat er op het podium gebeurt, en dat mensen daar een kaartje voor willen kopen.”

In het boek staan bijdragen van onder meer Bert Wagendorp, Joris Luyendijk, Erwin Olaf, Anton Corbijn, Tanja Spaander en Wilfried de Jong. Ook komt er een expositie, volgend voorjaar in Delft.