Rotterdam heeft in de laatste twintig jaar een dubieuze reputatie opgebouwd met grote projecten. Aanzienlijke miljoenen begrotingsoverschrijdingen waren er bij het realiseren van de parkeergarage Museumpark (De blunderput) en de Hoekselijn (de metro naar Hoek van Holland), terwijl ook ooit de geplande ontwikkeling van het Schiekadeblok en later het nieuwe Feyenoord Stadion grote financiële zeperds werden. Rotterdam voegt aan die serie mislukkingen sinds donderdagavond de renovatie van Museum Boijmans van Beuningen toe. Van 178 naar 359 miljoen euro aan kosten.

De Rotterdamse gemeenteraad stemde in meerderheid in met het aangepaste verbouwingsplan, mede omdat de stad door een filantroop (de familie Van der Vorm van de Holland Amerika Lijn) met een bijdrage van 80 miljoen was gered.  

Alleen het CDA, de Jongere Ouderen Unie (voorheen 50plus), ChristenUnie (de partij van de nieuwe burgemeester), Groep De Jong en de Partij voor de Dieren spraken er schande van of waren kritisch, in elk geval stemden ze tegen. De felste opposant in dat verband was Ellen Verkoelen als vertegenwoordiger van de ouderen in de stad.

‘’De basisvariant was zelfs 120 miljoen’’, bracht zij bijna stampvoetend nog maar eens in herinnering. ‘’En het ergste is: het project is nog lang niet op de rit. Dus berg je de komende zeven jaar maar. En dat voor een museum dat slechts 25% Rotterdammers als publiek aantrekt.’’ Schandalig vond Verkoelen deze buiten proportionele opgelopen kosten. Schandalig ook omdat de PvdA er zonder blikken of blozen in meeging ''nota bene in een stad die bol staat van de armoede en waar een loopje genomen wordt met de zorg voor senioren.'' 

De renovatie begon in 2019 met het verwijderen van asbest. Sindsdien is het museum dicht. In 2021 werd het renovatiebudget tussentijds al bijgesteld tot 223 miljoen euro.

De kosten ervan vallen nu weer hoger uit, onder meer door de fors gestegen bouwkosten. Ook kiest de raad voor de meest ambitieuze en kostbaarste verbouwvariant ontworpen door Francine Houben van Mecanoo architecten. Van de som is 80 miljoen euro een gift van de Rotterdamse stichting Droom en Daad, op voorwaarde dat Rotterdam het resterende bedrag, enkele tientallen miljoenen, aanvult.

Na goedkeuring van het budget stemt de raad later nogmaals over het definitieve ontwerp. De renovatie duurt nog zeker vijf jaar. Het museum moet volgens de huidige planning opengaan voor het publiek in 2030. Volgens wethouder financiën Maarten Struijvenberg zit er voldoende lucht in dit budget. "Er is een potje onvoorzien ingebouwd en er is met dit budget uitgegaan van het worstcasescenario."

Droom en Daad droeg eerder onder meer ook al bij aan de bouwkosten van het Depot van Boijmans, de nieuwe locatie van het Nederlands Fotomuseum op Katendrecht in Rotterdam-Zuid en het Landverhuizersmuseum FENIX op dezelfde plek.

Het Belgische architectenbureau Robbrecht & Daem wil de sloop van de door het bureau ontworpen vleugel van het museum van begin deze eeuw voorkomen en overweegt daarover een rechtszaak. De afbraak van dat deel is opgenomen in het verbouwingsplan. Er is geen meerderheid in de raad om deze vleugel onderdeel te laten zijn van het verbouwde museum. De minderheid verwijt het college dat er niet serieus naar deze optie voor behoud is gekeken. Struijvenberg ontkent dat. "We zijn nog altijd in overleg met Robbrecht & Daem."