De pilot van de Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam (SOR) om woningen te delen en woningen te splitsen heeft na anderhalf jaar nog geen enkele bewoonbare woning opgeleverd, terwijl deze transformatie bij aankondiging op termijn zo’n slordige 2000 ouderenwoningen zou moeten opleveren. Dit schreeuwt om uitleg, vindt raadslid Ellen Verkoelen van de Jongere Ouderen Unie.
‘’Veel van onze ouderen zijn inderdaad in veel te grote niet op ouderen afgestemde woningen gehuisvest. Maar dat komt omdat meerdere stadsbesturen van Rotterdam in voorgaande jaren verzaakt hebben om ouderenhuisvestingsbeleid te maken voor ouderen. Zelfs het huidige stadsbestuur heeft er ampel oog voor. En dat terwijl elke demografische studie van de afgelopen 20 jaar heel duidelijk aantoont dat veroudering van de samenleving al jaren op komst was.’’
Verkoelen zegt bovendien geschrokken te zijn van de reden die aan de mislukking ten grondslag ligt. Want volgens de SOR ligt het grootste struikelblok bij het verkrijgen van nieuwe huisnummers en zonder die huisnummers, die de gemeente moet verstrekken, kunnen de appartementen geen eigen gas-, water- en elektra-aansluiting krijgen.
Aan de andere kant zegt de gemeente weer dat de SOR voor een van de locaties waar een woning gesplitst is nooit een omgevingsvergunningsaanvraag is ontvangen. ‘’Ik las in Open Rotterdam’’, zegt Verkoelen, ‘’dat als de SOR op tijd hun vergunningen had aangevraagd en het proces had doorlopen, ze binnen vier dagen een huisnummer hadden kunnen krijgen.’’ Met andere woorden: men geeft elkaar de schuld en ondertussen zijn de ouderen de dupe.
Verkoelen neemt het ervaringsgewijs niettemin op voor de SOR, die ook opteert voor nieuwbouw en volgen haar weldegelijk tempo wil draaien. In een brief waar de ergernis vanaf druipt heeft zij woningwethouder Zeegers gevraagd hoe het in deze tijd van woningnood in vredesnaam mogelijk is dat de gemeente Rotterdam zó star is in de regelgeving.