Rotterdam moet nog dit jaar volgens de wettelijke taakstelling 959 statushouders aan een woning in de stad helpen. Een groot deel van de statushouders krijgt woonruimte via de woningcorporaties. Gezien de krapte op de (sociale) woningmarkt neemt de gemeente extra maatregelen. Zo zal gebruik worden gemaakt van huisvesting in getransformeerde bestaande gebouwen, drijvende woningen en woningbouw op tijdelijke locaties. Dit staat in het Huisvestingsplan Statushouders 2021 waarmee het college van burgemeester en wethouders vandaag heeft ingestemd.
Statushouders zijn personen die asiel hebben aangevraagd in Nederland en een verblijfsvergunning hebben gekregen. De gemeente heeft de wettelijke plicht om deze mensen te huisvesten. Rotterdam krijgt hiervoor, net als andere gemeenten, een taakstelling opgelegd van het Rijk. ''Het gaat om mensen die uit onveilige situaties en landen zijn gevlucht en een plek vinden in onze stad. Het vinden van woonruimte is een belangrijke eerste stap op weg naar hun inburgering en integratie'', aldus wethouder Bert Wijbenga (Integratie en Samenleven). Rotterdam organiseert huisvesting voor het dubbele aantal statushouders in vergelijking met vorig jaar. Dit is het gevolg van de dubbele taakstelling die de gemeente van het Rijk heeft gekregen. De reden hiervan is dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zijn achterstanden in de opvang van statushouders aan het wegwerken is.
De groep statushouders die naar Rotterdam komt, bestaat zowel uit gezinnen als uit alleenstaanden. Een grote groep is tussen de 18 en 30 jaar oud. Circa 720 statushouders krijgen via de woningcorporaties een sociale huurwoning toegewezen, verspreid over de stad. Het gaat hierbij vooral om gezinnen. Omdat de druk op de sociale huurmarkt hoog is, kunnen niet alle statushouders een reguliere sociale huurwoning krijgen. Er zijn, naast de statushouders ook andere doelgroepen die recht hebben op een sociale huurwoning. Om die reden heeft de gemeente ook naar andere oplossingen gezocht. Via transformatie van bestaande gebouwen, zoals kantoren, via de particuliere huurmarkt, leegstandsbeheer en via de inzet van een woonvoorziening op het water kunnen 240 statushouders voorlopig aan onderdak komen. Er is altijd sprake van een mix van inwoners in een woonvoorziening. Een voorbeeld daarvan is de huisvesting van 30 jonge statushouders in het leegstaande Havenziekenhuis, waar ze samen met zo’n 90 studenten komen te wonen.
Daarnaast denkt de gemeente aan huisvesting op tijdelijke woningbouwlocaties. Het gaat om locaties die over meer dan tien jaar pas een definitieve bestemming krijgen. Uit een eerste scan komt een aantal mogelijk geschikte locaties voor tijdelijke huisvesting naar voren. De gemeente gaat de komende tijd verder onderzoeken in hoeverre deze locaties kansrijk en haalbaar zijn. Ook hier gaat het om locaties waar een mix van statushouders en andere bewoners samen wonen. De afstemming met de omgeving krijgt in overleg met de verschillende gebiedsorganisaties vorm.