De Startmotor heeft nog steeds te kampen met onverhuurbaarheid van tientallen woningen. Dat duurt nu al bijna een jaar. Het gebouw in de Dynamostraat werd vorig jaar in augustus werd opgeleverd. 

Bij aanhoudende leegstand van woningen is het niet ongebruikelijk dat gemeenten ingrijpen en de woningen vorderen, opdat ze toch kunnen worden bewoond. In Rotterdam is dat echter geen gangbare praktijk. 

Eigenaar en projectontwikkelaar Amvest hoeft zich derhalve geen zorgen te maken dat vanuit het stadhuis de toewijzing van de circa vijftig leegstaande gemeubileerde woningen in de Startmotor geregeld gaat worden. 

Behalve vanwege de onverhuurbaarheid is de Startmotor het afgelopen jaar volop in het nieuws geweest, omdat het gemeentebestuur de in totaal 566 piepkleine starterswoningen meetelt als volwaardige sociale huurwoningen. Door dat te doen kunnen burgemeester en wethouders uitdragen dat er in Rotterdam veel woningen worden gebouwd in de sociale sector. 

Woningcorporaties en de fractie van de SP vinden dat het gemeentebestuur zich daarmee rijk rekent en een vertekend beeld geeft van de bouw van sociale huurwoningen. 

De 25 vierkante meter grote (?) wooneenheden in de Startmotor hebben een huur van een paar tientjes onder de sociale huurgrens. Maar met servicekosten van 130 euro en andere kosten komen ze uit ruim boven de 752 euro. Voorts geldt voor de woningen, dat ze slechts door één persoon mogen worden bewoond. En de lengte van de huurtijd beperkt is. Maximaal vijf jaar. Wie ouder is dan 27 jaar is niet langer welkom. 

Ook in de Tweede Kamer is men het erover eens dat projecten als de Startmotor eigenlijk in een aparte categorie moeten worden ingedeeld. En dus niet langer mogen worden beschouwd als gewone sociale huurwoning.