Rotterdammer wil meer blauw op straat, geen boa’s

18 December 2018, 13:37 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Deze week stond er een artikel in de Telegraaf waarin VVD-wethouder handhaving en locoburgemeester Bert Wijbenga aankondigt dat de politie en de 400 buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) beter met elkaar moeten samenwerken.

Wijbenga zegt dat boa’s precies weten wat er leeft in de buurt. Ik denk niet dat veel Rotterdammers dit beeld herkennen. Zelf woon ik in historisch Delfshaven. Daar staan mooie oude pandjes, maar ook drugspanden met vuurwapengevaarlijke drugscriminelen. Het leger komt er dan aan te pas om die panden te ontruimen. De wijkagent kent mijn wijk en ik ken de wijkagent. Zo was dat ook in de vorige wijk en de wijk daarvoor. Ik woon al tientallen jaren in Rotterdam, maar ik heb geen idee wie de boa’s zijn. Bij de inval in een drugspand waren de boa’s in geen velden of wegen te bekennen. De wijkagent wel, want hij had die inval voorbereid.

Wijbenga zegt dat boa’s heel professioneel zijn. “Het is een erg sterke gemeentedienst, die heel zichtbaar is op straat. Boa’s leveren een grote bijdrage aan de veiligheid en leefbaarheid in de stad”, zegt hij. Op straat hoor ik heel iets anders, namelijk dat mensen zich irriteren aan boa’s omdat ze er wel zijn maar niks doen of onhandig optreden. En dan moet de hulp van échte agenten worden ingeroepen om boa’s uit hun benarde positie te bevrijden.

Kritische volksvertegenwoordigers?

Nou zijn er gelukkig volksvertegenwoordigers die geacht worden het College van Burgemeester & Wethouders kritisch en onafhankelijk te controleren. Juist voor de VVD-fractie is dit een mooi dossier om in te duiken, want veiligheid is hun stokpaardje. Maar wat doet de VVD-fractie? Die geeft het krantenartikel een vette retweet op Twitter en schaart zich blind achter ‘hun’ wethouder.

Ik wil de VVD-fractie uitdagen. De gemeenteraad van Rotterdam kan zelf peilingen laten doen onder Rotterdammers. Zijn jullie bereid aan de Rotterdammers te vragen of zij ook vinden dat boa’s weten wat er leeft in de wijk? En dat boa’s professioneel zijn? En wat ze liever hebben: boa’s of politiesurveillanten?

Nu weet ik de reactie van de VVD-fractie al. Dat onderzoek gaan ze niet doen, want de uitkomst komt ‘hun’ wethouder natuurlijk totaal niet uit.

Op Twitter noemde meneer Wijbenga mijn voorstel om boa’s in te ruilen voor politiesurveillanten ‘onbegrijpelijk’. Zijn reactie ontving direct een ‘twitterhartje’ van de VVD-volksvertegenwoordigers. Als leesvoer heb ik hem een artikel van prof. mr. Pieter van Vollenhoven gestuurd, voorzitter van de Stichting Maatschappij en Veiligheid. Die is ook van mening dat boa’s beter vervangen kunnen worden door politiesurveillanten. Maar diens mening veegt meneer Wijbenga van tafel met de opmerking dat hij boa’s weigert te zien als tweederangs politieagenten.

Meneer Wijbenga... boa’s zijn tweederangs politieagenten! Ze weten helemaal niet goed wat er speelt en met alle respect, hun niveau is een stuk lager dan dat van de politie. Daarom willen Rotterdammers ook meer politie op straat en geen boa’s.

Zoals wijkagenten geacht worden de wijk in de gaten te houden, zouden volksvertegenwoordigers de wethouder moeten controleren. Maar de kritische en onafhankelijke volksvertegenwoordigers zijn, net als de politiesurveillanten, verdwenen van het toneel. De VVD-fractie weet ook niet meer goed wat er leeft op straat. Eigenlijk zijn het zelf ook een soort boa’s, maar dan in de politiek.

 

*Jos Verveen is ondernemer en was acht jaar gemeenteraadslid. Hij was vier jaar voorzitter van de raadscommissie veiligheid, organisatie en financiën. Hij ligt regelmatig met boa’s in de clinch. De laatste keer was dat omdat hij het slot van z’n fiets aan een lantarenpaal in plaats van aan een fietsnietje bevestigde.