Er was geen reden voor burgmeester Aboutaleb om het bidden in de buitenlucht door moslims tijdens het Offerfeest te verbieden. Hij zegt te hebben gehandeld op basis van de Wet Openbare Manifestaties en de huidige noodverordening in verband met corona. ‘’Het samenkomen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, vergadering of betoging in de buitenruimte is een grondrecht’’, schrijft hij aan PVV-raadslid Meeuwissen die bezwaar had gemaakt tegen ‘’dit massale buigen naar Mekka.’’
Het gebed vond plaats op het schoolsportveld aan het einde van de Beukelsdijk naast de Henegouwerlaan. Voor de buitenlucht was gekozen omdat Aboutaleb het binnen in de moskeeën het onverantwoord vond vanwege het coronavirus. Ook had de burgemeester - voorafgaand aan het offerfeest – ingezet op ontmoedigen van het samenkomen in en bij de moskeeën. Een aantal moskeeën gaf hier gehoor aan en bleef dicht.
In zijn antwoord aan Meeuwissen schrijft Aboutaleb: ‘’Aan de samenkomst waren extra voorwaarden gesteld. De moskeebesturen dienden een Coronaplan aan te leveren waarin beschreven staat welke maatregelen worden getroffen om de samenkomst op een zo veilig mogelijk manier te laten plaatsvinden. Denk hierbij aan fysieke maatregelen zoals linten, hekken en markeringen op het trottoir. Hygiënemaatregelen, zoals bijvoorbeeld desinfectiemiddelen en mondkapjes.’’
De plannen van het moskeebestuur blijken beoordeeld door directie Veiligheid, politie en de VRRGHOR. Politie en Stadsbeheer Toezicht en Handhaving hebben deze samenkomsten meegenomen in de rondes. ‘’Maar er zijn geen bijzonderheden geconstateerd en er hoefde niet handhavend opgetreden te worden’’, aldus Aboutaleb, die zich distantieert van de opmerking van Meeuwissen dat ‘’het schokkende beelden zijn van islamuitwassen.’’
Aboutaleb: ‘’De situatie die in de vragen wordt beschreven zien wij niet als uitwas.’’