Meer kans op een opleiding of werk en meer mogelijkheden en minder administratieve rompslomp voor werkgevers. Rotterdam maakt het voor bedrijven eenvoudiger om bijstandsgerechtigden of mensen met een beperking aan te nemen.
Zij kunnen zich op hun beurt beter ontwikkelen doordat ze werk hebben en tegelijkertijd bijvoorbeeld opleidingen en trainingen volgen. Dat is de kern van de vernieuwde aanpak van Social Return, waarin Rotterdam en verschillende regiogemeenten samenwerken. Wethouders Richard Moti (Rotterdam) en Huibert Steen (Hoeksche Waard) lanceerden deze woensdag.
Rotterdam begon een aantal jaren geleden met Social Return. Veel bedrijven voeren allerlei werkzaamheden uit voor de gemeente. Bij opdrachten van meer dan 50.000 euro stellen de gemeenten eisen: namelijk dat deze bedrijven werkgelegenheid creëren voor mensen in de bijstand of met een beperking.
Op deze manier kregen alleen vorig al jaar 2.519 mensen in Rotterdam mensen een baan, onder wie 381 mensen met een beperking en 541 mensen uit de bijstand. Het is ook een belangrijke manier om het aantal mensen in de bijstand aan het einde van deze collegeperiode tot onder 30.000 te laten dalen.
Bedrijven namen vorig jaar voor 600 miljoen euro aan opdrachten van de gemeente aan. Dertig miljoen euro daarvan besteedden zij aan werkgelegenheid in het kader van Social Return.
De nieuwe aanpak moet beter aansluiten op de behoeften en wensen van werkzoekenden en werkgevers. Zo mogen bedrijven bijvoorbeeld mensen twee jaar inzetten om aan de voorwaarden van Social Return te voldoen. Dat was voorheen een jaar.
Ook kunnen bedrijven mensen scholing of bijvoorbeeld taaltrajecten aanbieden. Voorheen gold dit niet als Social Return investering, maar in het nieuwe beleid wel. Daarnaast pakken de gemeenten de administratieve rompslomp aan. Dat maakt het voor bedrijven makkelijker om mensen aan te nemen.
Door: Rotterdam.nl