Ik wil geen festival met 10.000 bezoekers in het park waarnaast ik woon. Er zijn buizerds, vleermuizen, ijsvogels. Er is geen OV, er zijn geen parkeerplekken. Er is een tehuis voor mensen met hersenletsel die een prikkelarme omgeving nodig hebben. Wat ik vooral wel wil is gehoord worden.
Rotterdam heeft evenementenlocaties nodig. Dat snap ik. Niet ieder concert kan in het Kralingse bos, niet ieder evenement kan in het Zuiderpark. Daar moet je afwegingen in maken en soms tellen stedelijke belangen zwaarder dan belangen van omwonden. So far, so good.
Wat wel kwalijk is, is dat die omwonenden van kastje naar de muur worden gestuurd. Maak je bezwaar tegen het aanwijzen van een evenementenlocatie bij een park waar je woont, dan ben je juridisch geen belanghebbende. Zeggen rechters, en iedereen waar je bezwaar probeert aan te tekenen. Je moet bij politieke besluitvormers zijn.
Dus dat doe je. Gemeenteraad ingeseind, en die regelen dat je een gesprek met de wethouder krijgt. Maar die komt niet opdagen, wel een batterij ambtenaren die je uitleggen dat je niet de juiste juridische weg hebt gevolgd, al ben je inmiddels tot de Raad van State gevorderd.
Kijk, dat zal allemaal best. Maar als bewoner wil ik kunnen praten over mensen met een hersenbeschadiging die net naast het park wonen. Ik wil kunnen praten over bedreigde vleermuizen, de buizerd die nestelt in het park. Ik wil iets zeggen over het parkeren in de buurt. Ik wil niet praten of ik nu bezwaar moet maken tegen een evenementenkalender oftewel een bestemmingsplan.
Nee is ook een antwoord, dat snap ik best als bewoner. Wat ik niet snap is waarom de gemeente zo met betrokken bewoners om gaat. Participatie is meer dan procedures volgen.
Participatie is vooral luisteren naar wat bewoners te zeggen hebben. En dan nog mag je zelf besluiten.