Help de woningzoeker, doek de agro-industrie op

10 June 2021, 13:24 uur
Columns
mainImage

Om het woningtekort in Nederland aan te pakken, zijn er verschillende wegen te bewandelen. Momenteel woedt er een interessante discussie over de gewenste marsroute, namelijk of we voor oplossingen naar ‘binnen’ of naar ‘buiten’ moeten kijken. Binnen staan er leegstaande gebouwen, bouwkavels, of appartementencomplexen waar nog een laagje op kan. Buiten liggen weilanden.  

De Partij voor de Dieren is heel helder. Er gaat geen vierkante meter aan bestaande bouw verloren in het oplossen van woningtekort. En daarna gaan we kijken of verdichten in bestaande woonkernen een optie is. Logisch en duurzaam. Tenslotte gaan we naar landbouwgrond kijken, een trede lager in de woonladder. Wel een noodzakelijke sport, want op naar de één miljoen nieuwe woningen.

Vooral verdichten lijkt het toverwoord, bijvoorbeeld in beleidsproza, maar zonder risico’s is het allerminst. Neem de voorgenomen woningbouw aan de Parkhaven in onze stad, Rotterdam. Dit is geen verdichten, maar openbaar groen slopen. Ik kan er met mijn hoofd niet bij dat we dit laten gebeuren, bouwen in het groen en knagen aan de randen van parken. Toch is dit ook al het geval bij het Kralingse Bos en Park De Twee Heuvels, allemaal in een paar jaar tijd. Met deze ontwikkelingen hou je geen stadsgroen meer over. En dat is niet alleen een probleem voor de dieren en planten, maar juist ook voor de mensen. Een groene leefomgeving is van levensbelang; mensen kunnen niet zonder natuur. Ergens bereik je een grens.

Als we dus niet meer fatsoenlijk kunnen transformeren of verdichten omwille van de leefbaarheid, wat dan? Hier scheiden mijn wegen met die van de transformeerders en verdichters. Er is namelijk een grote vlakte aan agro-industrie die klaar ligt om te worden ontgonnen, primair voor het stichten van nieuwe natuur maar óók voor woningbouw. Bijna de helft van alle Nederlandse grond is nu voor veeboeren, voor de export van – zeg – varkensoren naar China. Weg met die onzin. Laten we onze ruimte voor iets nuttigs gebruiken, waar de samenleving wat aan heeft.

Waarom wil de lobby van binnenstedelijke bouw hier niet aan? Waarom sluit deze lobby een monsterverbond met de protagonisten van de intensieve veehouderij? En waarom krijg je ook steeds maar weer het verwijt dat je deur openzet voor bouwen in het groen, als je de ruim voorradige overbodige landbouwgrond wil inzetten voor doelen die wél publieke waarde met zich meedragen?

Ik gooi het maar op onwetendheid. Zwaar bemeste en met pesticiden doordrenkte landbouwgrond is geen natuur. Maar misschien dat sommigen zich bij het zien van al die sprietjes raaigras in een boreaal oerbos wanen, wie zal het zeggen? De agrolobby is goed geweest voor behoud van het open landschap, maar daar blijft het dan ook bij. Wat verder meekomt is ecologische verwoesting, gezondheidsproblemen voor omwonenden, verontreinigde lucht, CO2-uitstoot en oneindig dierenleed. Ook dat nog.

Niks mis mee dus, om deze agro-industrie op te doeken. Dat is goed voor dier, natuur, milieu én de Rotterdamse woningzoeker. Want omdat ik zo van de stad hou, gun ik iedereen er een plekje buiten.