Het crisisgezag controleren. Noodzaak of last?

5 May 2020, 15:41 uur
Columns
mainImage

Het was 12 maart 2020. De laatste Rotterdamse raadsvergadering in z’n fysieke vorm. Het coronavirus had ook ons landje bereikt, echter was de ernst van de situatie nog onduidelijk. Iedereen gaf elkaar grinnikend een ellebooggroet, maakte een praatje en medewerkers scharrelde langs elkaar heen. Totdat het bericht naar buiten kwam dat het kabinet in crisisberaad ging. De sfeer sloeg om in een sfeer van ernst. Een crisis stond op het punt te beginnen. In de koffiepauze keken we met z’n allen naar de tv of er al nieuws uit Den Haag was. Het was crisis. Het ‘gezag’ moest het heft in handen nemen. De democratie werkte vanaf dat moment net even anders...

De weken die daarop volgden stonden vooral in het teken van de orde herstellen. Grip op de verwarring krijgen. Maar ze stonden vooral in het teken van het herstellen van gezag; op alle niveaus van de samenleving. En waar gezag sterker wordt, schuurt het soms met de democratische beginselen. Zo werd ook de weken daarna duidelijk.

Begrijp me niet verkeerd, hoor. Op momenten van crisis is het inderdaad zaak om als bestuur de leiding te nemen, het volk te leiden. Maar in het hart van de verwarring bewogen sommige bestuurders zich op de randjes van de democratie, of stiekem een klein beetje eroverheen. Ondertussen werden politiek gevoelige besluiten gewoon genomen door het kabinet. De parlementariërs stonden erbij en keken ernaar. Kamerleden die hiertegen in verzet traden werden weggezet als stoorzenders of politieke ophitsers. Het kabinet tegenspreken werd opeens even niet in dank afgenomen. De grote leider Rutte waande zich opeens immuun tegen kritiek, want er waren belangrijkere zaken te doen.

Ook lokaal werd er volop gebruik gemaakt van het grijze gebied waar de bestuurders zich opeens in waanden. Zo besloot VVD-locoburgemeester Bert Wijbenga tussen neus en lippen door dat islamitisch begraven mogelijk werd op alle gemeentelijke begraafplaatsen. En dat voor onbepaalde tijd! Een controversieel besluit wat eigenlijk via de ‘koninklijke weg’ van commissies en raad besproken zou moeten worden, hetgeen hij luttele dagen eerder nog garandeerde. Maar de coronacrisis bewoog Wijbenga tot een ander besluit. De logica daarachter is ons nog steeds onduidelijk. Of althans, op papier; het kwam Wijbenga wel heel goed uit om zo’n politiek gevoelig hoofdpijndossier er geruisloos erdoorheen te drukken. De toon was in ieder geval gezet.

Of wat te denken van wethouder Richard Moti (Werk en Inkomen). Deze deed opeens opmerkelijke uitspraken over officiële collegetargets. De raadsleden mochten via de media kennisnemen over hoe de wethouder in de race zat over de collegetargets m.b.t. bijstandsgerechtigden. De raad stond weer buitenspel. Een rare gang van zaken als je het mij vraagt. De coronacrisis is ook in dit geval blijkbaar een vrijgeleide om alle procedures te laten varen.

En als klap op de vuurpijl werden reeds aangenomen moties compleet terzijde geschoven. Zo kondigde wethouder Judith Bokhove (Mobiliteit) aan optimaal gebruik te gaan maken van de rustige verkeerssituatie t.g.v. de coronacrisis. Namelijk door verkeersexperimenten op de drukke punten van de stad los te laten. Dit terwijl een meerderheid van de gemeenteraad dit flink aan banden had gelegd. Ook de communicatie richting bewoners is bar en boos. Zo kregen centrumbewoners op 28 april een aankondigingsbrief over een verkeersexperiment wat op 30 april van start zou gaan… De crisis zorgt er blijkbaar voor dat menig bestuurder zijn- of haar stoutste droom waar kan maken. Raadsvergaderingen vinden weliswaar digitaal hun doorgang, maar van een gedegen debat is nauwelijks sprake.

Een gezaghebbend orgaan welk de volksvertegenwoordiging; de controlerende macht, oftewel het volk, aan de kant schuift, waant zichzelf als keizer te rijk. Alleen de geschiedenis zal een oordeel vellen over de huidige manier van handelen. Maar ik durf alvast een klein voorschotje te nemen.

Tegelijkertijd ben ik mij ervan bewust dat ik de statistieken van de historie tegen me heb: gezag viert ten tijde van crisis hoogtij als het gaat om de publieke opinie. De meest recente zetelpeilingen spreken voor zich. Maar ondanks dat het bezweren van een crisis om sterk leiderschap vraagt moet de controlerende macht zijn bevoegdheden, om het gezag tot de orde te kunnen roepen, met hand en tand verdedigen. Want de vrijheid om het gezag te controleren, is ten tijde van crises noodzakelijker dan ooit.